Terug
Gepubliceerd op 25/10/2022

Besluit  OCMW-raad

ma 24/10/2022 - 20:30

Principebeslissing m.b.t. het systeem energietoelagen - aanpassing

Aanwezig: Frank Wilrycx, Burgemeester-Voorzitter
Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Schepenen
Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters, Raadsleden
Dries Couckhuyt, Algemeen directeur
Wetgeving

het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De organieke wet op de OCMW's van 8 juli 1976

Het besluit van de OCMW-raadvan 17 juni 2015 m.b.t. de toekenning van een gas- en elektriciteitstoelage

Het voorstel van de sociale dienst houdende een voorstel tot aanpassing m.b.t. het systeem energietoelagen voor de jaren 2022 - 2023

Feiten

De gas-en elektriciteitstoelage bestaat al geruime tijd. Gezien de huidige energiecrisis, wil de sociale dienst hier graag tijdelijk op een andere manier mee omgaan. De sociale dienst vraagt de toestemming om voor de toekenning in 2022 en 2023 volgende aanpassing door te voeren:

-      Uitbreiding doelgroep – focus verleggen naar nieuwe doelgroep

-      Richtlijn aanpak nieuwe doelgroep

 

 

Doelgroep:

De algemeenheden, zoals eerder bepaald, blijven behouden:

-      Doelgroep bestaat uit mensen die verwarmen op aardgas of elektriciteit en die zelf instaan voor de betaling van de energiefacturen

-      Ze moeten effectief op grondgebied Merksplas verblijven en ingeschreven staan.

-      Ook dienen de personen in begeleiding te zijn bij het OCMW. In begeleiding zijn betekent dat de persoon een dossier heeft bij het OCMW van Merksplas, dat werd toegekend aan een maatschappelijk assistent. Het gaat om een langdurige begeleiding met afspraken op regelmatige basis. Voor nieuwe cliënten uit de nieuwe (zie verder) doelgroep, kan een opstartende beperkte begeleiding (opentrekken situatie, welke mogelijkheden zijn er nog?, …) voldoende zijn, net om de drempel voor deze nieuwe doelgroep beperkt te houden.

 

Voorstel doelgroep op basis van huidige omstandigheden:

groep 1:    Personen met sociaal tarief in een moeilijke financiële situatie, met betalingsmoeilijkheden in hun energiefactuur (voldaan aan de inkomstenvoorwaarden zoals bij de verwarmingstoelage) – de inschatting hiervan gebeurt door de maatschappelijk werker na bespreking op de teamvergadering van de sociale dienst (= doelgroep zoals vorige jaren van toepassing)

Aanpak:

de maatschappelijk werkers overlopen deze gerechtigden op de teamvergadering en doen daar een voorstel voor het BCSD van de personen waarvan geacht wordt dat zij op dat moment een ernstige nood ervaren. Zo wil de sociale dienst ook ruimte houden voor de groep die gezien de huidige omstandigheden het sterkst in hun koopkracht geraakt worden. 

 

groep 2 (nieuwe doelgroep):    De sociale dienst wil de verdeling van de middelen aanpassen aan de huidige omstandigheden en ook trachten om de doelgroep boven de grens van de verhoogde tegemoetkoming die veel koopkracht verliest, tot bij het OCMW te krijgen. Zo kan er tijdig met hen bekeken worden welke noden er zijn, of alle rechten uitgeput worden en of er preventief ook extra tips aangereikt kunnen worden.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de inkomensgroep net boven het grensbedrag van de verhoogde tegemoetkoming en net onder een hoog inkomen, dit is volgens onderzoek € 3.500,00 euro netto per maand (= alle inkomsten, jaarlijkse wordt maandelijks berekend, spaargelden, onroerend goed,… ). Deze groep van inkomens zijn het meest kwetsbaar en worden het hardst geraakt in de koopkracht. Het is ook deze groep die de POD MI beoogt om te ondersteunen met de extra middelen, in het kader van het energiefonds. Met deze extra middelen kunnen mensen met een sociaal tarief niet financieel geholpen worden. ‘Het uitgebreide sociaal tarief zorgt - samen met de automatische indexering - ervoor dat de meeste gezinnen in de eerste twee inkomensdecielen hun koopkrachtverlies gecompenseerd zien. "Eén op de zes huishoudens heeft momenteel recht op het sociaal tarief en we zien dat dat een belangrijk buffer is om het verlies aan koopkracht op te vangen", zegt Jonas Vanderkelen, onderzoeker aan de Faculteit Economie aan de KU Leuven. Het betreft vooral de mensen in twee volgende inkomensdecielen die het hardst getroffen worden in de koopkracht.’ Ondanks alle onderzoeken, richtlijnen en afspraken blijft het OCMW uniek in haar werking om mensen te helpen die door de mazen van het systeem vallen. Iedere situatie is uniek en het blijft de uitdaging om hier creatief mee om te gaan. Het doel blijft om mensen te helpen om uit de situatie van nood te geraken.

 

Gezien de doelgroep uit dit onderzoek een hele brede doelgroep is en we bij deze manier van werken ook heel veel gegevens nodig hebben (wat de drempel om tot het OCMW te komen enkel verhoogt), stelt de sociale dienst voor om de doelgroep verder af te bakenen als volgt:

 

  1. a.    Inkomen boven grensbedrag verhoogde tegemoetkoming en onder een bruto-gezinsinkomen van € 3.500.  Er wordt tot dit voorstel gekomen omdat er op deze manier ongeveer wordt uitgekomen op een grens die netto een kleine € 500 boven de grens van verhoogde tegemoetkoming uitreikt. Dit is bij gemiddeld verbruik ongeveer het maandelijks meer-bedrag dat personen zonder sociaal tarief betalen ten opzichte van personen met sociaal tarief.

Met deze afbakening wordt er ook rekening gehouden met de doelgroep die sterk naar voor kwam in het project Alleen Overleven, met name de groep net boven de verhoogde tegemoetkoming die ook heel wat financiële moeilijkheden ervaarde. Een groep die het met de huidige energiecrisis nog moeilijker zal krijgen.

 

  1. b.    Per persoon ten laste wordt er bij het bruto-gezinsinkomen € 360  bruto bijgeteld. Voorstel is om dit voor maximaal 3 personen ten laste te doen, dus maximaal tot een bruto-inkomen van 4.580 Euro.

                                         Voorbeeld: gezin met 2 personen = bruto gezinsinkomen van maximaal € 3.860 (3.500 + 360)

 

  1. c.    Praktisch kan dit heel eenvoudig worden nagekeken door bijvoorbeeld gewoon een loonfiche of belastingbrief op te vragen.

 

 

Aanpak:

De vraag van de maatschappelijk werkers is om een gelijklopend principe te bepalen voor de nieuwe doelgroep. De sociale dienst heeft hiervoor rondvraag gedaan bij andere OCMW’s en heeft zich gebaseerd op een reeds bestaand en geëvalueerd principe. Hierbij wordt de kanttekening gemaakt dat elke situatie uniek is en in zijn geheel bekeken dient te worden en de sociale dienst wil dan ook graag de mogelijkheid tot afwijking via een individuele BCSD-beslissing open houden.

Om toch in gelijklopende situaties tot gelijklopende voorstellen van steunverlening te komen, legt de sociale dienst een aantal parameters bijeen om tot deze doelstelling te komen.

Vier belangrijke elementen om tot steunverlening in de energiearmoede te komen zijn:

1) Inkomen: Uit onderzoek blijkt dat maximum 10 % van het inkomen naar energie kan gaan, anders kom je met de andere vaste kosten in moeilijkheden. 10% van het inkomen wordt gebudgetteerd voor de energiekosten.

Er wordt wel de bijkomende voorwaarde opgelegd, zoals hierboven beschreven, dat het bruto-gezinsinkomen tussen de grens van de verhoogde tegemoetkoming en maximaal € 3500 moet zitten voor een alleenstaande. Dit kan dan per persoon ten laste verhoogd worden met € 360 bruto tot maximaal een bruto-gezinsinkomen van € 4.580 (3.500 + (3x360))

2) Aantal personen De sociale dienst kijkt naar hoeveel personen in de woning wonen. Dit dient om het verbruik te bepalen. De V – test geeft een gemiddeld verbruik van energie van één tot vijf personen. De zesde persoon brengt weinig of geen meer verbruik met zich mee.

3) Verbruik: Via de V test kan het gemiddeld verbruik bepaald worden op basis van gezinssamenstelling.

4) Prijs: Via de V-test kan de prijs berekend worden voor de gas en de elektriciteit per leverancier. Deze geeft een rangorde van prijs per leverancier. Zoals kan gezien worden in de V-test  zit er een groot verschil in de laagste prijs – hoogste prijs per leverancier. Rekening houdend met de prijsverschillen van gas en elektriciteit per leverancier, stelt de sociale dienst voor om gebruik te maken van de standaardprijs van Fluvius, aangezien dit een gemiddelde prijs is.

 


Bedrag:

De doelgroep die op basis van deze criteria overblijft, opent recht op financiële steun door middel van toekenning van € 105. Een eerste toekenning wordt voorzien in november 2022.

Na de toekenning in november 2022 zal een evaluatie voorzien worden van deze aangepaste principebeslissing. Daarbij zal onder andere gekeken worden naar de praktische werking, grootte van de doelgroep, wat er extra betekend kan worden voor deze doelgroep ... Bij positieve evaluatie met vergelijkbare energieomstandigheden, zal een tweede toekenning voorzien worden in mei 2023. Er wordt voor dit tijdstip gekozen gezien veel burgers hun afrekeningsfactuur ontvangen in april.

 

De gas- en elektriciteitstoelage wordt gebaseerd op de stookolietoelage. Gezien de huidige energieprijzen, werd deze toelage recent gewijzigd. Er wordt voorgesteld om de gas- en elektriciteitstoelage momenteel nog niet aan te passen gezien de doelgroep reeds wordt uitgebreid. De sociale dienst wil vooreerst de maatregel bekendmaken aan de verbrede doelgroep, met name een aanpassing van 2 x € 105 (vroegere € 210 stookolietoelage). Indien blijkt dat de toestroom meevalt en de energiecrisis aanhoudt, kan in een later stadium nog bekeken worden om het bedrag toch te verhogen. Op dit moment echter besliste de federale regering reeds om voor de doelgroep zonder sociaal tarief een korting op de energiefactuur toe te passen van € 135 voor gas en € 61 voor elektriciteit. Er wordt dus reeds een bijkomende tegemoetkoming vanuit de federale overheid voorzien.

Publieke stemming
Aanwezig: Frank Wilrycx, Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters, Dries Couckhuyt
Voorstanders: Frank Wilrycx, Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Art. 1. Akkoord te gaan met het voorliggend voorstel tot aanpassing van de principebeslissing m.b.t. het systeem energietoelagen voor de jaren 2022 en 2023.