artikel 78 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017:
De raad voor maatschappelijk welzijn kan bij reglement zijn bevoegdheden overdragen aan het vast bureau.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:
1° de bevoegdheden die aan de raad voor maatschappelijk welzijn zijn toegewezen, vermeld in afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk, en de bevoegdheid tot overdracht, vermeld in het eerste lid;
2° de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorbehoudt;
3° het vaststellen van andere reglementen dan die over personeelsaangelegenheden;
4° het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249 (het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening);
5° het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen, of het aanwijzen van leden van de rechtspersonen, vermeld in deel 3, titel 4, en de besluiten om deel te nemen in een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm;
6° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196;
7° het aanstellen en ontslaan van de ombudsman, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van dat personeelslid;
8° het goedkeuren van het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 219;
9° het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks bestuur' moet worden verstaan;
10° het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 9°, waarvoor het vast bureau bevoegd is;
b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het vast bureau heeft toevertrouwd;
11° de daden van beschikking over onroerende goederen, behalve die vermeld in artikel 84, § 3, 8°, b);
12° het definitief aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van legaten;
13° het vaststellen van een systeem van klachtenbehandeling;
14° de beslissingen als vermeld in artikel 297 en 298 (optreden in rechte bij belangenvermenging lid vast bureau);
15° het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben;
16° de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 263 (opvolgingsrapportering meerjarenplan) en artikel 273 juncto artikel 265 (voorafgaandelijke goedkeuring verbintenissen zonder uitvoerbaar krediet), 266 (voorwaarden wettigheids- en regelmatigheidscontrole financieel directeur), 267 (kennisname visum vast bureau bij ontstentenis visum financieel directeur) en 269 (uitgaven dwingende en onvoorziene omstandigheden);
17° het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
het belang van een soepele werking;
de bezorgdheid om de raad niet te belasten met deelrapportering maar wel het jaarverslag voor te leggen;
De OCMW-raad delegeert aan het Vast Bureau de bevoegdheid om kennis te nemen van en goedkeuring te hechten aan de diverse rapporteringsverplichtingen van het OCMW met uitzondering van het jaarverslag en de rapportering over beleidsrapporten (het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening).