Terug
Gepubliceerd op 23/10/2024

Besluit  OCMW-raad

ma 21/10/2024 - 20:30

Minimale levering aardgas winterperiode 01/11/2024 - 31/03/2025 - principebeslissing

Aanwezig: Frank Wilrycx, Burgemeester-Voorzitter
Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Schepenen
Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters, Raadsleden
Dries Couckhuyt, Algemeen directeur
Wetgeving

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De organieke wet betreffende de OCMW's van 8 juli 1976

Het energiebesluit van 19 november 2010

Het besluit van de Minister van Energie houdende de vaststelling van de tabel op basis waarvan de OCMW's aardgas kunnen toekennen in het kader van deze regeling

De procedure 2024-2025 voor OCMW's die opteren gebruik te maken van het systeem van 'minimale levering via de aardgasbudgetmeter’

De principebeslissing van de OCMW-raad dd. 27 mei 2024 m.b.t. de besteding van de middelen van de CREG-fondsen 2024

Feiten

De Vlaamse regering wil een middel aanreiken om gezinnen die de middelen ontberen om de budgetmeter aardgas op te laden en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een minimale hoeveelheid aardgas ter beschikking te stellen:

- via periodieke stortingen en opladingen van de budgetmeterkaart bij klassieke budgetmeters

- via periodieke stortingen voor de digitale meters waarbij de budgetmeterfunctionaliteit is geactiveerd

Deze regeling is optioneel voor de OCMW's: zij kunnen beslissen al dan niet in het systeem te stappen. De beslissing om al dan niet in te stappen dient geagendeerd te worden op de OCMW-raad.

Ingeval van toepassing van het systeem dient daarna in elk afzonderlijk geval te worden onderzocht en beslist of een hulpvrager recht heeft op de minimale levering aardgas.

De minimale levering via de aardgasbudgetmeter is van toepassing in de winterperiode die in dit verband gedefinieerd is van 1 november 2024 tot 31 maart 2025.

Het OCMW kent in principe de toekenning van een minimale levering aardgas goed tot het einde van de winterperiode.

Het OCMW dient geval per geval na te gaan in een sociaal onderzoek om te beoordelen of de hulpvraag gegrond is.

Het OCMW kan voorwaarden verbinden aan het ter beschikking stellen van aardgas via de budgetmeterkaart.

De sociale dienst van het OCMW van Merksplas doet volgend voorstel:

Alle inwoners met een budgetmeter worden aanklampend gecontacteerd via mail, brief en eventueel nog eens telefonisch. De financiële situatie van de hulpvrager wordt bevraagd. De hulpvrager maakt ook kennis met budgetbeheer. De cliënt wordt bijkomstig geïnformeerd over de mogelijkheid tot het aanvragen van een gratis energiescan. Daarnaast worden cliënten, indien dit nuttig kan zijn, ook toegeleid naar het woon- en energieloket voor meer informatie omtrent bijvoorbeeld noodkoopfondsen/mijn verbouwlening/...

 

Op de OCMW-raad van 27 mei 2024 werd reeds het volgende beslist m.b.t. de besteding van de middelen CREG-fondsen 2024:

Maatregel 1: tussenkomst in de minimumlevering aardgas

 

Doelgroep

De doelgroep voor de eerste maatregel bestaat uit mensen die een budgetmeter hebben voor aardgas.

 

Maatregel

Er wordt voorgesteld om de gelden van het energiefonds gedeeltelijk te gebruiken voor het ten laste nemen van de 30% eigen bijdrage voor de minimumlevering aardgas.

Op deze manier kan het systeem van de minimumlevering aardgas gepromoot worden. Eventueel kunnen nieuwe mensen die via de LAC worden aangeleverd bereikt en gestimuleerd worden om tot bij het OCMW van Merksplas te komen.

Daarnaast werd de minimale levering aardgas sinds vorige winter ook uitgebreid voor minimale levering elektriciteit voor personen met een exclusieve nachtmeter elektriciteit.

Werkwijze

Er zal een lijst opgevraagd worden met de namen van personen die een budgetmeter voor aardgas (en exclusieve nachtmeter elektriciteit) hebben in de gemeente Merksplas. Vervolgens zullen deze mensen aangeschreven worden. De mogelijkheid voor de ten laste name zal in de brief uitgelegd staan. Bij de resultaten van de LAC zal bovendien een foldertje gevoegd worden met de uitleg rond de minimumlevering aardgas, wanneer er beslist wordt om een budgetmeter te plaatsen.

Personen met een budgetmeter kunnen een aanvraag indienen bij het OCMW van Merksplas. Vervolgens zal deze aanvraag ter goedkeuring voorgelegd worden bij het BCSD.

 

 

Bedragen winterperiode 2024-2025

De bedragen voor de tussenkomsten voor de aanstaande winterperiode zijn nog niet gekend.

Hierover zal in de loop van oktober 2024 bericht worden. Het is de Ministere voor Energie die de berekeningswijze vastlegt. Bij het opstellen van de tabel wordt de minimale levering bepaald als 60 % van het gemiddeld verbruik in de wintermaanden december, januari en februari. De hoogte van de tussenkomst is afhankelijk van:

- de tarieven bij de netbeheerder en de sociale tarieven bij aanvang van de toepassingsperiode

- het woningtype (open of halfopen bebouwing, rijhuis/hoekhuis of appartement)

- het statuut van de aanvrager (beschermd of niet-beschermd)

Publieke stemming
Aanwezig: Frank Wilrycx, Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters, Dries Couckhuyt
Voorstanders: Frank Wilrycx, Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Het OCMW stapt in het systeem van de minimale levering via de aardgasbudgetmeter en exclusieve nachtmeter elektriciteit voor de winterperiode van 1 november 2024 tot 31 maart 2025, volgens de modaliteiten zoals bepaald in het Energiebesluit en volgens de modaliteiten voorgesteld door de sociale dienst.