De voorzitter opent de zitting op 16/12/2024 om 20:00.
De gemeenteraad vergadert in de raadzaal van het gemeentehuis om twintig uur. Op de publieke tribune hebben 19 belangstellenden plaatsgenomen.
Overeenkomstig artikel 38 van het decreet lokaal bestuur werden de notulen van de vorige gemeenteraad ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering van heden, 16 december 2024, ter inzage van de leden van de raad gelegd.
De agenda en toelichtingen werden op 6 december 2024 digitaal ter beschikking gesteld.
Door middel van loting wordt gemeenteraadslid Kris Luyckx (Leefbaar) door de voorzitter aangeduid om in deze raadsvergadering als eerste de mondelinge stem uit te brengen.
De voorzitter vraagt of er opmerkingen zijn bij de notulen van de vorige gemeenteraad.
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt waarom bij vele agendapunten genotuleerd staat dat ze goedgekeurd zijn met eenparigheid van stemmen terwijl er niet gestemd is geworden;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) legt uit dat wanneer dat dit de weergave is in de notulen als iedereen (stilzwijgend) akkoord gaat;
het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris;
het verslag aan de Vlaamse Regering bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris waaruit blijkt dat de vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de eretitel van gemeenteraadslid behoort tot de gemeentelijke autonomie;
artikel 17 §4 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2012 houdende de goedkeuring van het reglement voor de toekenning van de titel van ere-gemeenteraadslid;
De volgende mandatarissen voldoen aan de voorwaarden voor het toekennen van de titel van ere-gemeenteraadslid en hebben hun instemming met het verlenen van de eretitel betuigd:
Beide mandatarissen stemmen in met het verkrijgen van de titel van ere-gemeenteraadslid;
De volgende gewezen mandatarissen de titel van ere-gemeenteraadslid van de gemeente Merksplas te verlenen als blijk van waardering voor hun inzet:
het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
voorliggend ontwerp huishoudelijk reglement gemeente- en OCMW-raad;
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;
4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;
7° de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;
8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;
9° de nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld;
10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid.
De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) polst naar het verschil tussen de toelichting die het publiek krijgt en de toelichting voor de pers;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat het publiek de GORAM krijgt en de pers alle toelichtingen bij de agendapunten;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) herhaalt een eerdere vraag of er een audio-opname van de gemeenteraad kan worden op de website gepost;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat er onderzocht wordt om de audio-installatie te vernieuwen. Het huishoudelijk reglement staat een publicatie van een audio-opname van de raad niet in de weg;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt of de mails eveneens kunnen worden opgenomen bij de briefwisseling die raadsleden kunnen inzien;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat mailverkeer meestal voorbereidingen en ontwerpen betreft die geen voltooide bestuursdocumenten uitmaken. Dit zal met de diensten bekeken worden;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt om in het huishoudelijk reglement op te nemen dat burgers het recht hebben om een kwartiertje vragen te stellen aan de gemeenteraad;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat verzoekschriften geregeld werden in het decreet lokale besturen en in het huishoudelijk reglement. Iedereen van het gemeentebestuur is heel toegankelijk en aanspreekbaar voor burgers;
hiernavolgend huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad goed te keuren:
BIJEENROEPING RAAD
Art. 1. - § 1. - De raad vergadert ten minste tienmaal per jaar en zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen. De vergaderingen van de raad gaan door in de raadzaal van het gemeentehuis te Merksplas, markt 1.
De oproeping wordt verzonden via de post, per drager of per e-mail. Het volledige dossier ligt ter inzage in het gemeentehuis tijdens de openingsuren.
De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan. Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op.
1° een derde van de zittinghebbende leden;
2° het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau;
3° de burgemeester voor zover het verzoek betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.
4° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige raad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
In hun schriftelijke aanvraag aan de voorzitter moeten aanvragers de agenda vermelden vergezeld van een verklarende nota, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement kan nakomen.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en uur en met de voorgestelde agenda.
Art. 2. - § 1. - De oproeping wordt uiterlijk acht dagen vóór de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd. Dit gebeurt hetzij schriftelijk per post of per drager hetzij digitaal via extranet.
Art. 3. - § 1. - Raadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun voorstel van beslissing, vergezeld van een toelichtende nota, aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad. Een lid van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau kan van deze mogelijkheid geen gebruik maken.
OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING
Art. 4. - § 1. - De vergaderingen van de raad zijn in principe openbaar.
1° Als het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering.
2° Wanneer tweederde van de aanwezige leden van de raad in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid beslissen dat de vergadering niet openbaar is. De raad moet deze beslissing motiveren.
Art. 5. - De raad is in ieder geval openbaar op het tijdstip dat leden en leden van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau de eed afleggen. De vergaderingen over het organogram, de personeelsformatie, de rechtspositieregeling, het meerjarenplan en de aanpassingen ervan, het budget, een budgetwijziging of de jaarrekening zijn in elk geval openbaar. Ingeval de raad bevoegd is om een tuchtstraf op te leggen, wordt de hoorzitting in het openbaar gehouden, indien de betrokkene hierom verzoekt. Een getuige kan echter steeds vragen om het getuigenverhoor achter gesloten deuren te laten plaatsvinden.
Art. 6. - De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.
Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken.
De raadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de raad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK
Art. 7. - § 1. - Plaats, dag en uur van de raadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt op het gemeentehuis, uiterlijk acht dagen voor de vergadering. Dit gebeurt door publicatie op de website van de gemeente. In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid.
Art. 8. - § 1. – Het lokaal bestuur maakt, aan ieder natuurlijk persoon en iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de raad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig het bestuursdecreet.
Art. 9. - § 1. - Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, op het lokaal bestuur tijdens de kantooruren ter beschikking gehouden van de raadsleden. Deze kunnen er vóór de vergadering kennis van nemen.
De raadsleden richten hun verzoek aan de algemeen directeur. Op een schriftelijke vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.
Art. 10. - § 1. - De raadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het lokaal bestuur betreffen.
De notulen van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, ter beschikking gesteld aan de raadsleden op het extranet.
1° de begrotingen of budgetten van vorige dienstjaren van het lokaal bestuur en de diens extern verzelfstandigde agentschappen;
2° de rekeningen van vorige dienstjaren van het lokaal bestuur, diens extern verzelfstandigde agentschappen, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan het lokaal bestuur lid is;
3° de jaarverslagen van vorige dienstjaren van het lokaal bestuur en van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan het lokaal bestuur lid is;
4° de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van de raad;
5° de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau, wat de delen betreft die aan het inzagerecht onderworpen zijn;
6° de verslagen en de uitgebrachte adviezen van gemeentelijke adviesraden;
7° de toelagereglementen, algemene politieverordeningen, belasting- en retributiereglementen;
8° het register van de inkomende en uitgaande stukken.
Er bestaat geen inzagerecht voor bevolkingsregisters, registers van de burgerlijke stand, het strafregister, individuele cliëntdossiers van het OCMW en alle documenten waar de wet op de privacy van toepassing is.
Het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.
Om het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan de algemeen directeur schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.
Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld wanneer de stukken kunnen worden ingezien.
Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.
De raadsleden doen hun aanvraag tot het afleveren van een afschrift schriftelijk.
De gemotiveerde beslissing van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau tot weigering van de aflevering van een afschrift moet uiterlijk acht werkdagen na ontvangst van de aanvraag aan het betrokken raadslid worden meegedeeld.
Om het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en uur.
Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting moeten de raadsleden passief optreden.
Art. 11. - De raadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over lokale aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. Deze vragen dienen ten laatste om 10:00 uur van de tweede werkdag voorafgaand aan de raadszitting per brief of per mail gericht aan de algemeen directeur en de voorzitter van de raad kenbaar gemaakt te worden. Dezen brengen per mail de andere raadsfracties eveneens op de hoogte van eventuele vragen. Deze vragen worden tijdens de zitting mondeling beantwoord.
De mondelinge vragen in de rondvraag en de antwoorden daarop worden nauwgezet
genotuleerd.
Uitzonderlijk kunnen nog onaangekondigde vragen gesteld worden die betrekking op feiten die zich tijdens het weekend voorafgaand aan de raadszitting hebben voorgedaan of aan het licht zijn gekomen.
QUORUM
Art. 12. - De namen van de leden van de raad die aanwezig zijn worden in de notulen vermeld. Er wordt eveneens melding gemaakt van de raadsleden die verontschuldigd of afwezig zijn.
Art. 13. - § 1. - De raad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende raadsleden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.
In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet lokaal bestuur overgenomen.
WIJZE VAN VERGADEREN
Art. 14. - De voorzitter zit de vergaderingen van de raad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
De voorzitter die verhinderd is wordt vervangen door de schepen / lid vast bureau die daartoe door de voorzitter aangeduid wordt.
Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.
Art. 15. - § 1. - De voorzitter geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De vergadering vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde tenzij de raad er anders over beslist.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
Art. 16. - § 1. - Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.
De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.
Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.
Art. 17. - Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking wordt geschorst :
1° om te vragen dat men niet zal besluiten;
2° om de verdaging te vragen;
3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie
4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
6° om naar het reglement te verwijzen.
Art. 18. - De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd.
Art. 19. - Elk raadslid werkt mee om het efficiënt vergaderen mogelijk te maken. Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een lid van de raad, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem/haar tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem/haar het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
Art. 20. - De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.
Art. 21. - De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
Hij kan bovendien proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal overmaken aan het Openbaar Ministerie met het oog op eventuele vervolging van betrokkene.
Art. 22. - Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Elk raadslid spant zich in om het normale verloop van de besprekingen niet in het gedrang te brengen. GSM’s worden op stil gezet door eenieder die de zitting bijwoont.
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen, met opgave van de reden.
Art. 23. - Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking, onverminderd de bepalingen opgenomen in de art. 19 en 22.
WIJZE VAN STEMMEN
Art. 24. - § 1. - Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.
Art. 25. – § 1.- De raad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het eigen deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de raad van het ander orgaan voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de raad van het ander orgaan het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
Art. 26. - De raadsleden stemmen niet geheim, behalve bij:
1° de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid en van schepen / lid vast bureau;
2° het aanwijzen van de leden van de lokale bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van het lokaal bestuur in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
3° individuele personeelszaken.
Art. 27. - Er zijn twee mogelijke werkwijzen van stemmen:
- de mondelinge stemming
- de geheime stemming.
Art. 28. - De mondelinge stemming geschiedt als volgt. Nadat de voorzitter het onderwerp van de stemming heeft omschreven, wordt elk lid uitgenodigd om ja, neen of onthouding uit te spreken.
Bij de aanvang van elke vergadering loot de voorzitter de naam uit van het lid dat eerst zal stemmen. Vervolgens stemmen de leden wier namen op de ranglijst volgen, daarna deze wier namen voorafgaan. De voorzitter stemt het laatst.
Art. 29. - Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.
De raadsleden stemmen ja, neen of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje.
Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de twee jongste raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Art. 30. - Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden dat aan de stemming heeft deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt tot de herstemming overgegaan.
Art. 31. - Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
NOTULEN
Art. 32. - De notulen van de raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen.
Behalve bij geheime stemming of unanimiteit vermelden de notulen voor elk raadslid of hij/zij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield. Een raadslid kan vragen om in de notulen de motivering van zijn/haar stemgedrag op te nemen.
Alle vragen en antwoorden op de agendapunten alsook deze van de rondvraag worden in essentie weergegeven in de notulen van de raad.
Art. 33. - § 1. - De notulen van de vergadering van de raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur ondertekend.
Art. 34. - De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester / voorzitter Vast Bureau en medeondertekend door de algemeen directeur / adjunct algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
FRACTIES
Art. 35. - Het raadslid of de raadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36 §2 van het decreet lokaal bestuur.
GEMEENTERAADSCOMMISSIES
Art. 36. - §1. - De gemeenteraad kan gemeenteraadscommissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De OCMW-raad kan geen commissies oprichten. De gemeenteraadscommissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De gemeenteraadscommissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar. Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6) zijn de vergaderingen van de commissies niet openbaar.
De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, in het openbaar. Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 26) is de stemming geheim.
De gemeenteraadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Het ambt van secretaris van elke gemeenteraadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
PRESENTIEGELD
Art. 37. - §1. - Aan de raadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen / leden vast bureau, wordt presentiegeld verleend voor raadszittingen waarop zij aanwezig zijn.
Art. 38. - Onkosten van leden van het college van burgemeester en schepenen / het vast bureau of van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, kunnen door het lokaal bestuur desgewenst worden terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken onder de volgende modaliteiten:
- de kosten moeten verband houden met de uitoefening van het mandaat
- ze moeten noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat
- ze moeten bewezen worden
De mandatarissen leggen per kwartaal een onkostennota ter goedkeuring voor aan de algemeen directeur, die nagaat of aan deze voorwaarden wordt voldaan.
VERZOEKSCHRIFTEN AAN DE GEMEENTERAAD
Art. 39. – §1. - Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van het lokaal bestuur in te dienen.
Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
De organen van het lokaal bestuur zijn de gemeenteraad, de OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van het lokaal bestuur dat als overheid optreedt.
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het een loutere mening is en geen concreet verzoek;
3° als de vraag anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik beledigend is.
Het orgaan of de voorzitter ervan doet deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen zodat het wel aan de ontvankelijkheidsvereiste voldoet.
Art. 40. - §1. – Indien het een verzoekschrift betreft voor de raad kan de voorzitter van de raad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende raad plaatsen indien het verzoekschrift minstens 14 dagen voor de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend dan kan het door de voorzitter op de agenda van de volgende vergadering geplaatst worden. De voorzitter van de raad beoordeelt de opportuniteit om het verzoekschrift al dan niet op de raad te agenderen.
TERBESCHIKKINGSTELLING LOKAAL
Art. 41. - Aan de verschillende fracties wordt ter voorbereiding van de raad een zaal in het gemeenschapscentrum gratis ter beschikking gesteld gedurende één avond, vrij te kiezen vanaf de dag van het versturen van de agenda van de raad tot de dag van de raad.
INWERKINGTREDING
Art. 42. - Dit reglement treedt onmiddellijk in werking nadat het werd goedgekeurd.
het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
voorliggende ontwerp deontologische code voor gemeenteraadsleden / OCMW-raadsleden van de gemeente Merksplas inzake dienstverlening aan de bevolking;
De raadsleden van de gemeenteraad / OCMW-raad Merksplas zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een moderne democratie, inzonderheid naar de zwakkeren toe.
Het is belangrijk dat politieke mandatarissen voor de bevolking bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Direct contact met de bevolking is een meerwaarde bij het aan politiek doen. Misbruiken inzake sociale dienstverlening dienen evenwel bestreden. De doelstelling van goed bestuur houdt ook in dat geen tussenkomsten worden verricht die de goede werking van de overheidsadministraties in het gedrang brengen. Vandaar het belang van een goede regeling, zoals beoogd door voorliggende deontologische code inzake dienstverlening aan de bevolking.
Deze deontologische code beoogt in hoofdzaak twee doelstellingen m.b.t. de dienstverlening van de raadsleden aan de bevolking:
- enerzijds moeten raadsleden de bevolking correct informeren en juist doorverwijzen naar de geëigende ambtelijke dienst. Dit heeft als doel dat de burger in zijn rol van klant van de overheidsadministratie zelf sterker wordt en dat de ambtelijke diensten hun rol van dienstverlener ten volle kunnen spelen;
- anderzijds moeten raadsleden streven naar structurele oplossingen voor de problemen die ze bij hun contacten met de bevolking vaststellen zodat de behoefte aan sociale dienstverlening stelselmatig wordt teruggedrongen.
De correcte naleving van de deontologische code kan er toe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld.
Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen.
Onderhavige deontologische code behandelt enkel de gedragsvormen van de raadsleden inzake dienstverlening aan de bevolking.
Deze code is ook van toepassing op de uitvoerende mandatarissen. De toepassing van de code mag echter geen afbreuk doen aan de noodzakelijke administratieve contacten die nodig zijn om hun taak van voorbereiding van beleidsdossiers waar te maken.
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) polst naar de samenstelling van de deontologische commissie;
hiernavolgende deontologische code voor gemeenteraadsleden van de gemeente Merksplas inzake dienstverlening aan de bevolking aan te nemen:
De raadsleden van de gemeenteraad / OCMW-raad Merksplas zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een moderne democratie, inzonderheid naar de zwakkeren toe.
Het is belangrijk dat politieke mandatarissen voor de bevolking bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Direct contact met de bevolking is een meerwaarde bij het aan politiek doen. Misbruiken inzake sociale dienstverlening dienen evenwel bestreden. De doelstelling van goed bestuur houdt ook in dat geen tussenkomsten worden verricht die de goede werking van de overheidsadministraties in het gedrang brengen. Vandaar het belang van een goede regeling, zoals beoogd door voorliggende deontologische code inzake dienstverlening aan de bevolking.
Deze deontologische code beoogt in hoofdzaak twee doelstellingen m.b.t. de dienstverlening van de raadsleden aan de bevolking:
- enerzijds moeten raadsleden de bevolking correct informeren en juist doorverwijzen naar de geëigende ambtelijke dienst. Dit heeft als doel dat de burger in zijn rol van klant van de overheidsadministratie zelf sterker wordt en dat de ambtelijke diensten hun rol van dienstverlener ten volle kunnen spelen;
- anderzijds moeten raadsleden streven naar structurele oplossingen voor de problemen die ze bij hun contacten met de bevolking vaststellen zodat de behoefte aan sociale dienstverlening stelselmatig wordt teruggedrongen.
De correcte naleving van de deontologische code kan er toe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld.
Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen.
Onderhavige deontologische code behandelt enkel de gedragsvormen van de raadsleden inzake dienstverlening aan de bevolking.
Deze code is ook van toepassing op de uitvoerende mandatarissen. De toepassing van de code mag echter geen afbreuk doen aan de noodzakelijke administratieve contacten die nodig zijn om hun taak van voorbereiding van beleidsdossiers waar te maken.
Het statuut van de code
Artikel 1
De deontologische code van de raadsleden inzake dienstverlening aan de bevolking, hierna de deontologische code te noemen, is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de raadsleden als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking.
Artikel 2
Raadsleden die een ander openbaar mandaat bekleden (b.v. provincieraadslid of een parlementair mandaat) houden zich, gelet op een zekere samenhang en functionele wisselwerking tussen deze mandaten, aan de deontologische code voor al hun dienstverlenende activiteiten, ook als zij die uitoefenen uit hoofde van hun ander mandaat.
De raadsleden moeten erover waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten en in het licht van deze code, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer en de waardigheid van hun mandaat kunnen schaden.
Artikel 3
Wanneer in deze code gemakshalve telkens gesproken wordt over de burger of bevolking, moet dit wel degelijk zo worden begrepen dat het niet enkel over een persoon kan gaan, maar ook over een groep, een vereniging of een bedrijf.
Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten
Artikel 4
De raadsleden zullen voor de omschrijving van hun eigen dienstverleningsactiviteiten geen termen gebruiken die verwarring creëren met officieel door overheden ingestelde dienstverlening (dus b.v. niet de termen “ombudsman”, “ombudsvrouw”, “ombudsdienst”, “klachtendienst”, “klachtenmanagement” of andere vergelijkbare samenstellingen met “ombud” en “klacht”).
Artikel 5
Bij hun optreden in en buiten de gemeenteraad / OCMW-raad en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven geven de raadsleden voorrang aan het algemeen belang boven particularistische belangen en zij vermijden elke vorm van belangenvermenging.
Artikel 6
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling of doorverwijzing gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 7
De raadsleden moeten op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen.
Artikel 8
Tussenkomsten bij gerechtelijke en politionele instanties om de juridische besluitvorming in individuele dossiers te beïnvloeden, bijvoorbeeld om een proces-verbaal te laten seponeren, zijn verboden.
Specifieke bepalingen
Het raadslid als informatiebemiddelaar en als doorverwijzer
Artikel 9
Het behoort tot de wezenlijke taken van de raadsleden om informatie te ontvangen en te verstrekken en om door te verwijzen naar de geëigende diensten of instanties.
Artikel 10
De raadsleden stellen informatie ter beschikking over de werking van ombudsdiensten en de diensten die instaan voor het behandelen van klachten van de burger over het optreden van de overheid. Tevens verstrekken ze informatie over bestaande informatiediensten waar de burger voor informatie terecht kan.
Artikel 11
Bestuurlijke en gerechtelijke informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie of het gerecht kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de raadsleden niet worden doorgegeven.
Artikel 11bis
Het kopiëren van gegevens uit de verslagen van sociale onderzoeken kan het vertrouwelijk karakter van de inlichtingen in het gedrang brengen. Om de vertrouwensrelatie tussen het OCMW en zijn cliënten niet te verstoren, is het kopiëren van bedoelde dossiers verboden.
Indien raadsleden bij het inkijken van bedoelde dossiers persoonsgebonden notities maken, blijven deze steeds in de persoonlijke map van het raadslid op het OCMW bewaard.
Artikel 12
In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen raadsleden de rol vervullen van vertrouwenspersoon.
Artikel 13
De raadsleden proberen, waar mogelijk, vraagstellers door te verwijzen naar de geëigende diensten van de administratie, het gerecht, enz., zoals bijvoorbeeld de ombudsdiensten en informatie-ambtenaren die van overheidswege ingesteld zijn om de problemen van de vraagstellers op te lossen, of naar particuliere en overheidsdiensten die professioneel gespecialiseerd zijn in het oplossen van de opgeworpen problemen.
Het raadslid als administratieve begeleider en ondersteuner
Artikel 14
Raadsleden kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties: zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier, daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen, en voorafgaande vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 15
Omdat steeds meer overheidsdiensten en gespecialiseerde diensten een ombudsdienst of klachtendienst hebben ingesteld ter oplossing van conflicten, moeten de raadsleden de burger in eerste instantie doorverwijzen naar de bevoegde ombuds- of klachtendienst.
Artikel 16
Raadsleden hebben het recht vragen te stellen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of een genomen beslissing, naar de stand van zaken van een dossier of de verantwoording voor het niet-beantwoorden van vragen door de burger gesteld.
Artikel 17
Bij het ondersteunen en begeleiden van vraagstellers, respecteren de raadsleden de onafhankelijkheid van de ambtenaren en diensten, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als normaal beschouwd worden voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 18
Wanneer het raadslid optreedt als administratief begeleider of ondersteuner van de burger (artikels 14 t.e.m. 17) wordt de eventuele briefwisseling terzake op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van het raadslid.
Tussenkomsten
Artikel 19
Bespoedigingstussenkomsten, waarbij raadsleden een administratieve of gerechtelijke procedure proberen te versnellen in dossiers die zonder die tussenkomst weliswaar een langere verwerkingsperiode, maar toch een gunstig gevolg zouden krijgen, zijn niet toegestaan. Het bespoedigen van het dossier van de ene houdt immers automatisch het vertragen van de behandeling van andere dossiers in, wat een vorm van favoritisme is.
Artikel 20
Verzoeken van een raadslid om een burger te begunstigen zijn verboden. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het bevorderen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie en binnen de gerechtelijke sector zijn niet toegestaan.
Artikel 21
Als raadsleden om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, dan delen de mandatarissen aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria en verwijzen ze de kandidaten door naar de geëigende instanties.
Artikel 22
De raadsleden mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en de procedures voor benoemingen, aanstellingen en bevorderingen.
Artikel 23
De raadsleden mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van examens of bekwaamheidstests. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de evaluatieprocedures en –criteria. Bij de eigenlijke selecties komen zij niet tussenbeide. A posteriori kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van het examen of de test, of over de objectiviteit van de evaluatie of de selectie, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent.
Artikel 24
De raadsleden mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de overheidssector. Voor die informatietaak mogen zij geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Zij moeten zich ook onthouden van enige aanbeveling, zowel schriftelijk als mondeling.
Onrechtmatige en onwettelijke voordelen
Artikel 25
Elke poging tot bevoordeling, waarbij de burger door toedoen van een raadslid iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet toelaatbaar is, is verboden.
Artikel 26
Tussenkomsten van raadsleden met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden.
Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon
Artikel 27
Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij raadsleden bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn (eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd) zijn niet toegestaan. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal het raadslid hem niet aanschrijven om hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, op de hoogte te brengen van de beslissing die genomen werd in een dossier.
Artikel 28
Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij raadsleden wel degelijk daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een dossier te waarborgen, maar zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan.
Bekendmaking dienstverlening
Artikel 29
De gemeente / het OCMW Merksplas zal op geregelde tijdstippen de lijst van alle raadsleden met hun contactadressen en foto bekendmaken bij de bevolking.
Het is de raadsleden verboden om publiciteit te maken voor dienstverlenende activiteiten. Zij kunnen, aanvullend op de informatieverstrekking door de lokale overheid, bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking. Deze informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, naam en mandaat van de raadsleden, spreekuren, telefoon- en faxnummer en e-mailadres. In ieder geval kan er geen melding worden gemaakt van de aard van de dienstverlening waarin zij eventueel gespecialiseerd zijn en er wordt geen foto van het raadslid gepubliceerd. Die regels gelden niet voor ledenbladen van politieke partijen of eigen politieke publicaties. Publiciteit voor dienstverlening is niet toegestaan op lokale en regionale radiozenders en op televisiezenders.
Artikel 30
De raadsleden maken in hun verkiezingscampagnes en –mailings die gericht zijn op individuen, geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Naleving, controle en sanctionering
Artikel 31
De naleving van deze deontologische code veronderstelt openbaarheid als enige fundamenteel structurele oplossing om ongeoorloofde tussenkomsten te verhinderen.
Artikel 32
Het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau zal er voor zorgen dat de dossierbehandelende ambtenaren elke tussenkomst (ondermeer uitgaande van politieke mandatarissen en partijfunctionarissen op alle niveaus, vertegenwoordigers van drukkingsgroepen en publieke, semi-publieke of privé-hulpverleners) toevoegen aan het desbetreffende administratieve dossier.
Artikel 33
Als de raad van het lokaal bestuur een inbreuk op de deontologische code vaststelt, dan kan de raad een blaam leggen op de betrokken mandataris.
Datum van inwerkingtreding en evaluatie
Artikel 34
De code treedt in werking voor de raadsleden de dag na goedkeuring in de raad.
art. 41 lid 2 ten 8° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 waarbij de gemeenteraad vaststelt wat onder dagelijks bestuur dient te worden verstaan;
art. 56 §2 ten 5° en 6° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 waarbij het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het 'dagelijks bestuur' of waarvoor de gemeenteraad dat nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd;
art. 266 van het decreet lokale bestuur van 22 december 2017 waarbij de gemeenteraad de nadere voorwaarden bepaalt waaronder de financieel directeur zijn bevoegdheid inzake het verlenen van het voorafgaandelijk visum (wettelijkheid- en regelmatigheidscontrole) uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitsluiten van de visumverplichting;
- Het college van burgemeester en schepenen
- De financiële dienst
- De financieel directeur
- De algemeen directeur die het onder de aandacht van de gemeentelijke administratie brengt
Art.1- De inhoud van het begrip ‘dagelijks bestuur’ in de zin van het decreet lokaal bestuur met vaststelling van welke opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur wordt omschreven als volgt:
- Alle uitgaven van het exploitatiebudget.
- Alle uitgaven van het investeringsbudget met een geraamde waarde kleiner of gelijk aan 10.000,- € excl. BTW.
- Uitgaven van het investeringsbudget die betrekking hebben op onderhoud of instandhouding van het gemeentelijk patrimonium. Onder dit type van investeringen wordt verstaan alle vervangingsinvesteringen en de aankoop van materialen voor onderhoud wegen en gebouwen met een geraamde waarde kleiner dan 143.000,- € excl. BTW.
- Het aanbrengen van wijzigingen aan overeenkomsten die het college van burgemeester en schepenen bij de uitvoering van de opdracht nodig acht voor zover hier geen bijkomende uitgaven van meer dan 15% voortvloeien en dit binnen de grenzen van het goedgekeurde budget.
Art.2- De inhoud van het begrip ‘dagelijks bestuur’ in de zin van de nadere voorwaarden waaronder financieel directeur zijn bevoegdheid inzake het verlenen van het voorafgaandelijk visum (wettelijkheid- en regelmatigheidscontrole) uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgesteld zijn door de Vlaamse Regering bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitsluiten van de visumverplichting:
Uiteraard staat het de ambtenaar die het dossier onder zich heeft vrij om evenwel toch het voorafgaand visum te vragen aan financieel directeur.
artikel 170 van het decreet lokaal bestuur dat stelt dat de algemeen directeur het hoofd is van het personeel en instaat voor het dagelijks personeelsbeheer;
het rechtspositiebesluit van 7 december 2007;
het besluit van de gemeenteraad de dato 22 januari 2024 houdende wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
De volgende aangelegenheden vallen wel onder dagelijks personeelsbeheer en behoren bijgevolg tot de bevoegdheid van de (adjunct) algemeen directeur:
- opmaak functieomschrijvingen
- opdrachthouderschap
- opdracht tot permanentieplicht
- toestemming dienstreizen en keuze meest geschikte vervoermiddel
- allerlei verlofaanvragen
- loopbaanonderbreking en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen
- verlof voor opdracht
- individuele weddevaststelling (incl. overname anciënniteit)
- uitlenen van personeel aan gebruiker (zonder overdracht werkgeversgezag)
- individuele opvolging evaluatie
- organisatie evaluatieprocedure
- vormingsaanvragen
- dienstroosters
- onkostenvergoedingen
- vastleggen vakantieperiodes
- dienstvrijstellingen
De (adjunct) algemeen directeur kan zijn bevoegdheid met betrekking tot dagelijks personeelsbeheer delegeren aan andere personeelsleden.
De volgende aangelegenheden vallen NIET onder dagelijks personeelsbeheer en behoren bijgevolg NIET tot de bevoegdheid van de (adjunct) algemeen directeur:
- rechtspositieregeling
- kaderwijzigingen
- aanwervingen
- terbeschikkingstelling
- disponibiliteit
- ambtshalve herplaatsingen
- vastleggen feestdagen
het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
het lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011;
het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2024 tot vaststelling van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente, schepenen per gemeente, leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst per gemeente;
het gemeenteraadsbesluit van 2 december 2024 waarbij de rangorde van de gemeenteraadsleden vastgesteld werd. De rangorde van de gemeenteraadsleden wordt vastgesteld aan de hand van de anciënniteit van de raadsleden. De anciënniteit omvat de hele tijdsduur waarin een gemeenteraadslid deel heeft uitgemaakt van de gemeenteraad. Bij gelijke anciënniteit is het aantal naamstemmen bepalend. De burgemeester en de schepenen voeren de rangorde aan;
bij gemeenteraadslid Kris Luyckx werd per vergissing niet alle anciënniteit in rekening gebracht;
Wijzigt de rangorde van de gemeenteraadsleden vast als volgt:
1 | Frank Wilrycx |
2 | Leen Kerremans |
3 | Kris Govers |
4 | Raf Verheyen |
5 | Monique Quirynen |
6 | Jef Van Accom |
7 | Kris Luyckx |
8 | Joséé Van Aert |
9 | Evelien Willems |
10 | Tine van der Vloet |
11 | Boris Kersemans |
12 | Koen Staes |
13 | Jan Quirijnen |
14 | Hanne Pelckmans |
15 | Geert De Bie |
16 | Heidi Thoné |
17 | Jens Willems |
18 | Eliene Geerts |
19 | Sandra Loomans |
het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;
het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
het besluit van de gemeenteraad de dato 21 september 2009 houdende de oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf ‘Sportcentrum ’t Hofeind’, vaststelling van de statuten, samenstelling van de Raad van Bestuur en College van Commissarissen;
de beheerovereenkomst van het Autonoom Gemeentebedrijf ‘Sportcentrum ’t Hofeind’ met de gemeente Merksplas;
voorliggende meerjarenplanaanpassing 1/2024 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Sportcentrum ’t Hofeind;
het besluit van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Sportcentrum ’t Hofeind de dato 9 december 2024 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 1/2024 2020-2025
voorliggende aanpassing meerjarenplan sluit met volgende cijfers in 2025:
Autofinancieringsmarge in 2027: € 2.221
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) polst waarom de herstelling van het dak niet opgenomen wordt bij de investeringen;
schepen Kris Govers (Leefbaar) bevestigt dat er lekken zijn bij de overgang van het dak van de oude sporthal naar het dak van de nieuwe sporthal. Het werk is aanbesteed en de herstelling zou tegen het voorjaar moeten gebeurd zijn;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) vult aan dat deze herstellingswerken onder exploitatiekosten zijn geboekt;
De meerjarenplanaanpassing 1/2024 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Sportcentrum ’t Hofeind goed te keuren.
het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;
het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
het raadsbesluit van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW en de gemeente Merksplas;
de voorliggende meerjarenplanaanpassing 1/2024 2020-2025
het budget toont volgende cijfers in 2025:
Exploitatiesaldo: € 878.166,00
Investeringssaldo: € - 2.460.690,00
Saldo exploitatie en investeringen: € - 1.582.524,00
Financieringssaldo: € 287.667,00
Budgettair resultaat boekjaar: € - 1.294.857,00
Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar: € 2.195.490,59
Gecumuleerd budgettair resultaat: € 900.633,59
Beschikbaar budgettair resultaat: € 900.633,59
Autofinancieringsmarge in 2027 € 421.142,00;
het advies van het managementteam;
de toelichting door de burgemeester-voorzitter;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) legt uit dat dit de laatste aanpassing betreft van het meerjarenplan 2020-2025 waarbij de wijzigingen van 2024 en het budget voor 2025 worden opgenomen. De exploitatie, waar de personeelskost ongeveer 2/3 van uitmaakt, kent een positief saldo van 878.166,- euro. De investeringen betreffen de verdere renovatie en herbestemming van de kolonie, het fietspad Steenweg op Weelde, de renovatie van de seniorenwoningen aan de Kern Lindendijk, de verdere verledding van de straten en wat aankopen voor de technische dienst, zoals een vrachtwagen. Er is een lening ten belope van 1.000.000,- euro ingeschreven voor 2025. Dit leidt tot een positief resultaat en een positieve autofinancieringsmarge, terwijl de aanvullende personenbelasting op 6,5% (Vlaams gemiddelde 7,18%) blijft en de opcentiemen op de onroerende voorheffing op 692 (Vlaams gemiddelde 897);
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt waarom we zo weinig investeren om een fairtrade-gemeente te zijn;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) wijst er op dat de ondersteuning verspreid zit over verschillende posten. Je kan alles maar op één plaats boeken. De subsidie voor de wereldwinkel vind je bijvoorbeeld onder toelagen. De aankoop van wijn en fruitsap is dan geboekt onder receptiekosten;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vindt ook nauwelijks budget onder landbouw;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) verwijst dan naar het ruimen van de grachten of het vergunningenbeleid van de gemeente ter ondersteuning van de landbouw;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vindt ook weinig budget onder zorg en gezondheid;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) geeft aan dat er budget voorzien is voor leeflonen en de personeelskost voor de maatschappelijk werkers van het sociaal huis;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) ziet weinig budget voor sensibilisatie rond gezondheid;
schepen Leen Kerremans (Leefbaar) verwijst naar het eet-en-beweegmoment, de opleiding in het kader van hartveilig Merksplas, de gele dozen, ...;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) informeert of er plafonds voorzien zijn bij de toelagen voor politie- en brandweerzone;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) stelt dat het de politieraad of de zoneraad is die bepaalt hoe hoog de toelage is. Merksplas betaalt 4,2% voor de zone Taxandria en 18,5% voor de politiezone;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) merkt op dat de inkomsten voor de inclusieve kinderopvang groter zijn dan de uitgaven;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) geeft aan dat de personeelskost niet is meegenomen maar op een andere plaats is geboekt;
schepen Leen Kerremans (Leefbaar) waarschuwt voor de veranderingen die het BOA-decreet teweeg zal brengen;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) zou graag een overzicht hebben welke subsidies voor de kolonie al zijn uitbetaald en welke nog ontvangen moeten worden;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) wijst er op dat het saldo van de subsidies slechts wordt uitgekeerd als het laatste gebouw van de betreffende fase is afgewerkt en laat een overzicht van de subsidies mbt kolonie overmaken;
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) vraagt waarom bij handhaving milieu tegenover 28.000,- euro uitgaven geen ontvangsten staan;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat de opbrengsten uit boetes ten goede komen aan het Vlaamse of federale niveau;
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) polst waarom er zo weinig geïnvesteerd wordt in openbaar groen;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) stelt dat er veel groen wordt aangeplant maar de kosten her en der verspreid zitten;
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) informeert naar budget voor de opmaak van het mobiliteitsplan;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) verwijst naar de opmaak van een nieuw meerjarenplan voor de volgende legislatuur. We moeten voor ons mobiliteitsplan rekening houden met het mobiliteitsplan van de vervoersregio en de resultaten van verkeersveilige gemeente in samenwerking met de Provincie. Op terrein gebeurt er veel op vlak van mobiliteit: schoolvervoersplan, aanleg fietspaden, ...
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) informeert waarom het budget voor communicatie met 20.000,- euro daalt;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) geeft aan dat er vorig jaar werd geïnvesteerd in een update van de website;
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) polst waarom er slechts 5.000,- euro voorzien wordt voor onderhoud openbaar domein;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) bevestigt dat het grootste deel van de kosten vervat zit in de loonkost voor de personeelsleden van de technische dienst. Ook de aankoop van materialen, zoals een vrachtwagen, wordt elders geboekt;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) informeert naar de investeringen voor de tennis;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) stelt dat er twee hard court velden zullen worden aangelegd zodat er langer kan gespeeld worden;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) polst naar de investeringen voor Markdal;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) geeft aan dat de buitenschil en de omgeving zullen worden aangepakt;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt waarvoor er een lening van 1.000.000,- euro wordt ingeschreven;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat deze lening tegenover alle investeringen van de gemeente staat;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) merkt op dat het exploitatiesaldo daalt;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) stelt dat de inkomsten systematisch worden onderschat en de uitgaven overschat bij de opmaak van een begroting;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt de stemming;
artikel 1.- Goedkeuring te hechten aan de meerjarenplanaanpassing 1/2024 2020-2025 voor wat betreft het gedeelte wat betrekking heeft op het gemeentebestuur.
artikel 2.- Goedkeuring te hechten aan het geheel van de meerjarenplanaanpassing 1/2024 2020-2025 van het OCMW en de gemeente Merksplas.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in het bijzonder artikel 4.2.15 tot en met 4.2.18 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014, in het bijzonder:
Decreet houdende de gemeentewegen dd. 01/09/2019, in het bijzonder:
Aanleiding en context
Op 12 juni 2023 werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend (dossiernr. OMV/2024/00084) voor het bouwen van een woonzorgcentrum en assistentiewoningen, en de exploitatie van bijhorende IOA.
Aanvrager: |
Sense Development en Vulpia Vlaanderen |
Onderwerp: |
Het bouwen van een woonzorgcentrum en assistentiewoningen, en de exploitatie van bijhorende IOA. |
De aanvraag omvat: |
Het bouwen van een woonzorgcentrum en assistentiewoningen, en de exploitatie van bijhorende IOA. |
Dossiernummer: |
OMV/2023/00084 |
Adres: |
Merksplas, Molenzijde 59 en 61 |
Bevoegde overheid: |
College van burgemeester en schepenen |
Procedure: |
Gewone procedure |
Bestaande toestand:
Het goed waarop de aanvraag betrekking heeft, situeert zich ten westen van de dorpskern op circa 1 km van de Markt (centrum van de kern). Het betreft het goed van de voormalige autohandelaar Geenen en de links aanpalende eengezinswoning.
De bestaande eengezinswoning staat op het linker perceel dat deel uit maakt van het goed. Het perceel heeft een breedte van 24,38 m en een diepte van 78,20 m. De bestaande woning heeft een oppervlakte van 244 m². De nokhoogte van de woning bedraagt 10,15 m. Tegen de achterste perceelsgrens staat een tuinhuis met een oppervlakte van 32 m². Verder wordt het opbreken van 270, 5m² aan verharding voorzien.
Het perceel van de voormalige autohandel heeft een breedte van 68,79 m en een diepte van 82,31 m. Op het goed staat een toonzaal met een oppervlakte van 1544 m², een werkplaats met een oppervlakte va 1163 m², een klinkerverharding met een oppervlakte van 559 m² en een betonverharding met een oppervlakte van 1874 m². De bouwhoogtes van de bestaande constructies variëren van 4,7 m tot 7,7 m.
Alle verhardingen en gebouwen zullen gesloopt en verwijderd worden.
Aan de rechterzijde van de site ligt een ééngezinswoning met huisnummer 69. Momenteel heeft deze buur een gebruik en erfdienstbaarheid lopen op het perceel van autohandel Geenen.
Het goed is gelegen langsheen de Molenzijde. De Molenzijde is een gewestweg bestaande uit twee rijbanen in asfalt. Aan de zijde van de aanvraag is er een parkeerstrook en een verhoogd fiets- en voetpad aanwezig. Aan de andere zijde is een enkel een fiets- en voetpad aanwezig.
Inhoud van de aanvraag:
De aanvraag betreft bouwen van een woonzorgcentrum en assistentiewoningen, en de exploitatie van bijhorende IOA.
De aanvraag betreft:
- Het slopen van een eengezinswoning met een oppervlakte van 244 m².
- Het slopen van de gebouwen horende bij de autohandel.
- Het bouwen van een woonzorgcentrum
- Het aanleggen van parkeerplaatsen in de voortuinstrook
- Het aanleggen van parkeerplaatsen in de achtertuinstrook
- Het bouwen van een fietsenstalling in de achtertuinstrook
- Het bouwen van een overdekte fiestenstalling in de rechter zijtuinstrook
- Het plaatsen van afvalberging in de rechter zijtuinstrook
- Het aanleggen van een wadi met een oppervlakte van 200 m².
- Aanleggen van gewapend gazon
- Het aanleggen van verhardingen allerlei (o.a. terras met een oppervlakte van 35 m²)
- Aanleggen van verbindingsweg met rammelstroken met een oppervlakte van 470 m².
Slopen van een eengezinswoning
De bestaande eengezinswoning heeft een oppervlakte van 244 m². De woning staat ingepland tegen de verharding horende bij de autohandel Geenen. Tevens wordt de bestaande asfaltverharding met een oppervlakte van 125 m², de klinkerverharding 145,5 m² en het tuinhuis achteraan het perceel met een oppervlakte van 32 m² gesloopt.
Slopen van gebouwen horende bij de autohandel
De toonzaal met een oppervlakte van 1544 m² bevindt zich tegen de linkerperceelsgrens. De werkplaats met een oppervlakte van 1163 m² bevindt zich tegen de rechterperceelsgrens. De omliggende verhardingen, meer bepaald klinkerverharding met een oppervlakte van 611 m², een betonverharding met een oppervlakte van 472 m² en een betonverharding met een oppervlakte van 2614 m² worden tevens verwijderd.
Bouwen van een garage
De garage heeft een breedte van 15,00 m, een diepte van 12,00 m en een bouwhoogte van 4,25 m. De constructie heeft een oppervlakte van 180 m². De constructie wordt uitgevoerd in een metaalconstructie (sandwichpanelen)
De garage wordt ingepland op 4,50 m van de achterste perceelsgrens en op 4,30 m van de rechterperceelsgrens.
Het hemelwater afkomstig van het dak wordt verzameld in een hemelwaterput met een inhoud van 20 000 liter. Het hemelwater wordt hergebruikt voor een onderhoudskraantje. Het overtollige hemelwater stroomt over naar een wadi. De wadi heeft een oppervlakte van 33 m² en een inhoud van 5691,66 liter.
De garage is toegankelijk via een te behouden betonverharding met een breedte van 4,00 m en een oppervlakte van 329 m². Deze verharding wordt overgedragen aan de linkerbuur. Een betonverharding met een oppervlakte van 345 m² blijft behouden. Een oppervlakte van 215 m² wordt onthard.
Het bouwen van een woonzorgcentrum met assistentiewoningen
Het gebouw huisvest een woonzorgcentrum en serviceflats.
Het gebouw bestaat uit een balkvormig volume evenwijdig met de straat met haaks op dit volume twee balkvormig constructies. Het gehele volume bestaat uit drie bovengrondse bouwlagen en een ondergrondse bouwlaag met een totale hoogte van 9,75 m.
Het volume evenwijdig aan de straat heeft een lengte van 65,00 m, een bouwdiepte van minimaal 16,00 m en maximaal 17,50 m. De bouwhoogte bedraagt 9,75 m. In de bovenste verdiepingen worden een aantal insprongen voorzien, onder andere op de koppen van het gebouw.
Het haakse volume aan de linkerzijde wordt ingepland in het verlengde van de linkerzijgevel op 13,00 m van de linkerperceelsgrens. Het volume heeft een maximale breedte van 21,10 m, een minimale breedte van 16,45 m en een totale bouwdiepte van 36,00 m (gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn).
Het andere haakse volume staat op 25,00 m van de rechterperceelsgrens. Het volume heeft een maximale breedte van 17,00 m, een minimale breedte van 17,00 m en een lengte van 53,05 m (gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn). Tegen de achtergevel wordt een brandtrap geplaatst. Deze heeft een breedte van 5,25 m en een diepte van 2,60 m.
De kelderverdieping neemt de volledige breedte van het gebouw in en heeft een bouwdiepte van 24,78 m. Er wordt licht binnengetrokken door middel van een cour anglaise in de voorgevel met een breedte van 12,50 m en een diepte van 2,10 m. Deze is voorzien ter hoogte van de keuken. Een tweede cour anglaise bevindt zich ter hoogte van de refter voor personeel. Deze heeft een breedte van 5,25 m en een diepte van 2,40 m.
Op de gelijkvloerse verdieping worden 7 assistentiewoningen, 12 kamers voor rusthuisbedden inclusief gemeenschappelijke badkamer en dagzaal, een grand café, een vergaderlokaal, een bureau voor de directie, een rokerslokaal, sanitair, liften, een dokterslokaal, een fitness, een bureau voor de administratie een kapsalon en een elektriciteitscabine voorzien.
Op de eerste verdieping worden tevens 7 assistentiewoningen, een dagzaal en 25 kamers voor rusthuisbedden voorzien.
Op de tweede verdieping zijn er 7 assistentiewoningen, een dagzaaal en 23 kamers voor rusthuisbedden aanwezig. In de kelderverdieping worden de technische functies ondergebracht, zoals de berging bij de assistentiewoningen, onderhoudslokalen, datalokalen, keuken, wasserette, kleedkamers personeel en refter personeel.
In de bovenste verdieping worden insprongen voorzien, waarvan twee op de koppen van het gebouw. De verdiepingen zijn van elkaar te onderscheiden door de aanwezigheid van een laag metselwerk in verticaal metselverband in plaats van horizontaal verband. Verder worden er verdiept metselwerk voorzien. In de rechter gevel bevinden zich poorten.
De constructie wordt uitgevoerd in beige bruin gevelmetselwerk in horizontaal en verticaal metselverband. Het buitenschrijnwerk in warm bruin aluminium en gevelpanelen in warm bruin aluminium.
Bouwen van een fietsenstalling
De constructie heeft een breedte van 5,20 m, een lengte van 8,20 m en een hoogte van 2,25 m. De fietsenstalling wordt uitgevoerd in hardhout. De fundering wordt uitgevoerd in plaat op volle grond.
Volgens de berekening van de architect biedt de ruimte plaats aan 40 fietsen.
He water wordt afgeleid naar RWA spuwers. Het RW infiltreert op eigen terrein in het naastliggend groen.
De eerste fietsenstalling wordt ingepland op 16 m van de linkerperceelsgrens en op minimum 0,65 m van de achterste perceelsgrens.
De tweede fietsenstalling wordt ingepland op 3,00 m van de rechterperceelgrens.
Het creëren van autostaanplaatsen
In de voortuinstrook worden 25 autostaanplaatsen voorzien. Deze staan haaks op de interne oprit. De parkeerplaatsen hebben een breedte van 5,00 m en een breedte van 2,50 m. Ze worden ontsloten door een oprit met een breedte van 6,50 m. De parkeerplaatsen zijn ingepland op 2,40 m van de rooilijn.
In de onmiddellijke omgeving van de toegangsweg van het woonzorgcentrum worden twee parkeerplaatsen voorzien voor personen met een handicap. In de onmiddellijke omgeving van de assistentiewoningen wordt een parkeerplaats voorzien voor personen met een handicap. De parkeerplaatsen én de interne toegang worden aangelegd in een waterdoorlatende klinkerverharding.
Achteraan het goed bevinden zich vier parkeerplaatsen in grasdals en één voorbehouden parkeerplaats in klinkers. De parkeerplaatsen staan ingepland op 9,00 m van de linkerperceelsgrens en op minimum 0,65 m van de achterste perceelsgrens.
Aanleggen van een wadi horende bij het woonzorgcentrum
De wadi heeft een infiltratieoppervlakte van 200 m² en een inhoud van 64 400 liter. De wadi heeft een diepte van 0,50 m. De inloop bevindt zich op 0,15 m onder het maaiveld. De inloop is voorzien van een controleput en een terugslagklep. De wadi bevindt zich op minimum 2,00 m van de achterste perceelsgrens.
Aanleggen van verbindingsweg
In de linkerzijtuinstrook wordt een verbindingsweg voorzien. De weg wordt ingepland op 3,00 m van de zijdelingse perceelsgrens. De weg wordt uitgevoerd in lichtgrijze en donkergrijze klinkers. De klinkers worden opgesloten door een boordsteen. Het hemelwater afkomstig van de weg watert af naar de naastliggende groenstroken. De wegenis heeft een helling van 1,5 %.
De aanpalende groenstrook wordt ingevuld met Quercus ilex en Acer campestre. In de onderbegroeiing worden prunus soorten, hulst (Ilex) en schijnhulst (Osmantus) voorzien.
Reliëfwijziging
Het reliëf van het goed wordt aangepast. De zone voor parkeerplaatsen ligt 0,43 m hoger dan de voorliggende groenzone. De hoogte wordt opgevangen door de inrit onder een helling van 1,9 % te leggen. Ter hoogte van de parkeerplaatsen wordt een keerwandje voorzien.
Procedure
Indiening aanvraag 21 juni 2024
volledig- en ontvankelijk 9 augustus 2024
start openbaar onderzoek 15 augustus 2024
einde openbaar onderzoek 13 september 2024
uiterste beslissingsdatum 21 januari 2025
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werd één analoog bezwaarschrift ingediend. Het bezwaar heeft samengevat betrekking op onderstaande elementen:
10. De bezwaarindiener betreurt dat het project nog wordt verwarmd met fossiele brandstoffen.
11. De bezwaarindiener is van mening dat de stikstofemissie niet correct werd berekend.
Er werden geen negatieve adviezen uitgebracht.
Adviezen met betrekking tot de zaak van de wegen:
Externe adviezen
Adviesinstantie: |
Datum advies gevraagd: |
Datum advies ontvangen: |
Advies |
Fluvius |
9/8/2024 |
6/9/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
PIDPA Distributie leidingen |
9/8/2024 |
12/8/2024 |
gunstig |
Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid |
9/8/2024 |
geen advies |
geen advies |
Proximus |
9/8/2024 |
19/8/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
Wyre |
18/09/2023 |
27/09/2023 |
voorwaardelijk gunstig |
Agentschap Wegen en verkeer |
9/8/2024 |
27/9/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
Departement Mobiliteit en Openbare werken |
9/08/2024 |
16/9/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken |
9/8/2024 |
3/9/2024 |
gunstig |
Brandweerzone Taxandria |
9/8/2024 |
5/9/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
PIDPA -riolering |
9/8/2024 |
12/8/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
Toegankelijk Vlaanderen |
9/8/2024 |
3/9/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse milieumaat-schappij |
9/8/2024 |
5/9/2024 |
voorwaardelijk gunstig |
Zaak van de wegen
De vraag ligt voor om :
- Nieuwe wegenis aan te leggen met bijhorende berm
Rooilijnplan
Hiertoe werd een rooilijnplan opgemaakt met ref. dossier MerksplasMolenzijde_rooilijnenplan_revA.pdf, door beëdigd landmeter Siska Dumoulin (LAN040705). Het ontwerp van rooilijnplan voldoet aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op het vlak van vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen.
Inpassing in het bestaande wegennetwerk
Deze nieuw aan te leggen wegenis staat ten dienste van de ontsluiting van in de toekomst nieuw te creëren loten. De verlenging past in de realisatie van de bestemming van de gronden en sluit aan bij de doelstellingen en principes van het Gemeentewegendecreet:
- Er worden geen maasverkleining voorzien voor gemotoriseerd verkeer.
- De nieuwe wegenis legt een verbinding naar het achterliggende gebied bestemd als woonuitbreidingsgebied. Er worden geen toekomstige ontwikkelingen uitgesloten.
Technische bespreking
- De wegenis heeft een breedte van 6,00 m. De klinkerverharding in grijze en licht grijze betonklinkers heeft een breedte van 5,70 m. Deze worden ingesloten door een boordsteen met een breedte van 0,15 m. De weg wordt opgebouwd uit betonklinkers met een dikte van 10 cm, een granutaalmengsel 2/4 met een dikte van 3 cm, 12 cm steenslagfundering met continue korreloverdeling zonder toevoegsel type II, 15 cm steenslagfundering met continue korrelverdeling zonder toevoegsel type II, 20 cm onderfundering type II, geotextiel geweven op vaste en draagkrachtige ondergrond.
De groene berm wordt aangeplant met Quercus ilex (plantafstand 6,00 m) en Acer campestre (plantafstand 6,00 m), een haag op 0,50 cm van de perceelsgrens in Fagus sylvestris (5 planten/lopende meter). De overige berm wordt als berm ingezaaid.
Bezwaar
Enkel volgende delen van het bezwaarschrift zijn relevant voor het gemeenteraadsdossier, punt 4 (inrichting van de wegenis), punt 8 (beplantingsplan), punt 9 (vervuiling). De overige onderdelen van het bezwaarschrift worden behandeld in het kader van de beoordeling van de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Punt 4 – inrichting van de wegenis
Naar aanleiding van het bezwaarschrift wordt de inrichting van de wegenis gewijzigd. Deze informatie werd door middel van een bericht op het omgevingsloket bezorgd aan het gemeentebestuur.
De breedte van de wegenis blijft 6,00 m. De wegenis wordt optisch versmald door te werken met een donkere kleur in het midden met een breedte van 4,20 m en aan beide zijden een breedte van 0,75 m in lichte klinkers. De wegenis wordt opgesloten door een boordsteen met een breedte van 0,15 m.
De gewijzigde inplanting komt tegemoet aan het bezwaarschrift betreft geluidshinder.
Punt 8 – beplantingsplan
Naar aanleiding van het bezwaarschrift wordt een beplantingsplan bijgevoegd. In de berm worden 3 maal Quercus ilex voorzien en 3 maal Acer campestre. Er wordt voorgesteld om dit te wijzigen. Ter hoogte van de zijgevel van het woonzorgcentrum worden Steeneiken voorzien op een afstand van 6 m van elkaar. Verder op worden Acer campestre voorzien. Eveneens op een plantastand van 6 m. Ter hoogte van de perceelsgrens wordt een haag voorzien in Beuk (Fagus sylvestris) met 5 planten/ lopende meter. De overige zone wordt ingezaaid als berm. Het beplantingsplan komt tegemoet aan dit onderdeel van het bezwaarschrift.
Punt 9 – potentiële vervuiling
De wegenis situeert zich ter hoogte van de bestaande residentiële woning. Er werd op 9/1/2024 een gunstig bodemattest afgeleverd met kenmerk 20240013339. Ook het voormalig gebruik van dit deel van het goed, meer bepaald residentieel wonen, maakt dit eerder onwaarschijnlijk.
Artikel 1
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het rooilijnplan ‘MerksplasMolenzijde_rooilijnenplan_revA.pdf ’, opgemaakt door beëdigd landmeter Siska Dumoulin (LAN040705) en wordt toegevoegd als bijlage bij deze beslissing.
Artikel 2
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het voorgestelde ontwerp opgemaakt door Zesth architecten, Kempische Kaai 69 bus 2, 3500 Hasselt. De raming voor de werken bedraagt 76 794,48 euro.
Artikel 3
De werken zullen door de eigenaar worden toegewezen bij wijze van beperkte aanbesteding na prijsvraag en na instemming van het schepencollege met de voorgestelde aannemer.
Artikel 4
De wegeniswerken worden uitgevoerd in opdracht en voor rekening van de ontwikkelaar Senne Development, Ruiterijschool 6, 2930 Brasschaat en Vulpia Vlaanderen, Ruiterijschool 6, 2930 Brasschaat, hier vertegenwoordigd door Dhr. Van Moerzeke Luc.
Artikel 5
De vergunninghouder neemt onmiddellijk de nodige stappen om via een erkende financiële instelling van België, een onherroepelijke bankwaarborg te laten stellen voor de financiering van de werken, ten voordele van het gemeentebestuur. Deze bankwaarborg is gelijk aan de geraamde kostprijs van de werken (kostprijs nutsleidingen inbegrepen) + BTW, verhoogd met een marge van twintig procent (20%).
Artikel 6
Er zal een voorlopige en definitieve aanvaarding der werken plaatsvinden volgens de bepalingen van het bijzonder lastenkohier.
Het toezicht op de goede uitvoering der werken blijft voorbehouden aan de gemeente, Technische Dienst.
Artikel 7
De gemeente kan niet betrokken worden in eventuele geschillen tussen de vergunninghouder of rechthebbenden en de aannemer(s) der werken, aangaande de betaling, de uitvoeringstermijn, de werkwijzigingen of dergelijke meer. De gemeente kan evenmin betrokken worden in eventuele geschillen tussen de vergunninghouder en derden aangaande de bouwwerken.
Artikel 8
In geval van niet-naleving van de opgelegde lasten en/of niet voltooien van de bouwwerken met definitieve oplevering, kan het gemeentebestuur in de plaats treden van de vergunninghouder. Daartoe kan het gemeentebestuur de waarborg aanwenden om de voorziene werken uit te voeren.
Deze schikking schaadt geenszins het recht van het gemeentebestuur de vergunninghouder voor de bevoegde rechter te dagen, teneinde hem te dwingen te voldoen aan alle verplichtingen.
De ingebrekestelling gebeurt door een eenvoudig schrijven aan de vergunninghouder.
Artikel 9
De gemeenteraad beslist dat het ‘openbaar domein’ met een oppervlakte van 705,72 m², zoals weergegeven op het rooilijnplan, met ‘MerksplasMolenzijde_rooilijnenplan_revA.
pdf ’, opgemaakt door beëdigd landmeter Siska Dumoulin (LAN040705), gratis, vrij en onbelast overgedragen wordt naar het openbaar domein van de gemeente Merksplas binnen de 6 maanden na de definitieve oplevering. Een volledig dossier van kosteloze grondafstand bestaat uit: notariële ontwerpakte, opmetingsplan met aanduiding van de over te dragen grond, een bodemattest en een hypothecaire staat. Het dossier moet uiterlijk zes maanden na de definitieve oplevering van de werken worden bezorgd aan de gemeente (omgeving@merksplas.be).
Artikel 10
Overeenkomstig art 31/1 van het omgevingsvergunningsdecreet kan tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53 van dat decreet. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid van dat decreet, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52 van dat decreet.
Artikel 11
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig wanneer de omgevingsvergunning met dossiernummer OMV-2024-00084 m.b.t. het realiseren van een woonzorgcentrum, met als kadastrale omschrijving (afdeling 1 sectie I nrs. 532C2, 532H2, 532G2) definitief niet wordt verleend, met name, wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, zoals gewijzigd;
omzendbrief BeSt-Address - richtlijnen en aanbevelingen voor het vaststellen en toekennen van een adres en huisnummer - 4 november 2020;
het gemeenteraadsbesluit van 17 februari 2020 houdende stimulering vervrouwelijking in de straatnaamgeving indien een persoonsnaam zou worden toegekend;
het gemeenteraadsbesluit van 22 januari 2024 houdende goedkeuring van het wegentracé in de verkaveling aan de Pastoor Ceulemansstraat;
het voorstel van de heemkundige kring 'Marcblas', heemhuis 'Villa ter Borcht', Hofeinde 57, 2330 Merksplas, waarbij voorkeur wordt gegeven aan 'Oude Hoeve, Oude Dorpshoeve of Binnengeleg';
het openbaar onderzoek van 1 november tot en met 30 november 2024;
er zijn geen echte bezwaren binnengekomen maar wel enkele alternatieve voorstellen tot benaming;
de criteria die door de heemkring worden gehanteerd om een voorstel straatnaam te formuleren;
de procedure voorziet een straatnaamgeving op voorzet van de heemkring;
de gemeentelijke diensten en de hulpdiensten
Definitief de naam 'Binnengeleg' aan te nemen voor de nieuwe straat die wordt aangelegd in de verkaveling aan de Pastoor Ceulemansstraat.
decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Artikel 6,§1 van de statuten van de vzw ERSV Provincie Antwerpen;
Sinds 1 juli 2005 was de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband (ERSV) Provincie Antwerpen actief in de provincie Antwerpen. De vzw ERSV Provincie Antwerpen werd opgericht op basis van het decreet van 7 mei 2004.
De vzw ERSV heeft in het recente verleden een evolutie gekend van toenemende inkrimping qua bevoegdheden en is nu een vzw zonder inhoud.
Aan de leden van de vzw ERSV wordt gevraagd om formeel in te stemmen met de ontbinding en vereffening van de vzw in één akte en uit te treden.
ERSV Provincie Antwerpen, Ludwig Caluwé, T.a.v. Voorzitter vzw ERSV, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de ontbinding en vereffening van de vzw ERSV Provincie Antwerpen goed.
Artikel 2:
De gemeenteraad stemt in om uit te treden als lid van de vzw ERSV Provincie Antwerpen in overeenstemming met art. 6, §1 van de statuten van de vzw ERSV Provincie Antwerpen en duidt geen vertegenwoordiger meer aan in de vzw ERSV Provincie Antwerpen.
Artikel 3
De gemeenteraad zal een afschrift van deze beslissing per aangetekend schrijven verzenden aan de vzw ERSV Provincie Antwerpen ter attentie van de voorzitter van de vzw ERSV Provincie Antwerpen.
Ingevolge artikel 31 van het decreet lokaal bestuur en artikel 11 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt aan de raadsleden de mogelijkheid geboden aan het schepencollege vragen te stellen.
raadslid Sandra Loomans (Visie 2330) vraagt:
Nu jullie weer 6 jaar aan zet zijn als bestuur, kunnen jullie dan het beleidsplan toelichten voor de volgende jaren.
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) antwoordt dat het meerjarenplan 2026-2031 op basis van het verkiezingsprogramma zal worden opgemaakt en in december 2025 aan de raad zal worden voorgelegd;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt:
Wat is de stand van zaken van de Goordijk na dat dit bekeken is op de GAV?
schepen Raf Verheyen (Leefbaar) antwoordt dat de GAV een proefopstelling voor een wegversmalling voorstelt. De technische dienst meet op of de fietsers langszij zouden kunnen rijden. Deze kans is weinig waarschijnlijk. Als de wegversmalling er komt verdwijnen de kussens;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt:
We konden ook lezen in het verslag van de GAV dat men een oplossing zoekt voor het parkeerprobleem aan het kruispunt van de Leest met den Heerd. Dit is al meerdere malen aangehaald op de gemeenteraad ook. Hoe gaan jullie dit verder aanpakken? En wordt dan ook het uiteinde van de Kerkenakker meteen mee bekeken? Er hebben al verschillende mensen gemeld dat er niets aan gedaan wordt;
schepen Raf Verheyen (Leefbaar) antwoordt dat de GAV alleen het probleem aan de Leest heeft besproken. Wettelijk mag je 5 meter voor een kruispunt niet parkeren. De GAV stelt voor om half op het gras (grasdals) te parkeren maar dat mag voorlopig niet. We zullen bekijken of een zone met parkeerverbod een oplossing biedt;
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) wijst er op dat er een gemachtigd opzichter staat;
raadslid Sandra Loomans (visie 2330) vraagt:
Vanaf januari 2025 moet er in elke politiezone een deskundige dierenwelzijn zijn. Zo kunnen we dat lezen in de nieuwe Vlaamse Codex Dierenwelzijn. Vanuit de ketenbenadering is de politie een onmisbare bondgenoot voor de inspectiedienst van Dierenwelzijn Vlaanderen. Hoe pakt onze politie zone dit aan? Hoe wordt dit kenbaar gemaakt aan de burgers?
burgemeester-voorzitter Frank Wilrycx (Leefbaar) bevestigt dat deze expertise nu al aanwezig is in de politiezone. De burgers kunnen zaken mbt dierenwelzijn melden aan de gemeente of aan de politie. Dan stuurt de politie de juiste mensen op pad;
raadslid Tine van der Vloet (Visie 2330) vraagt:
We zitten nu al een hele tijd te wachten op de toegankelijke deuren aan het gemeenschapscentrum en gemeentehuis. Deze was in de investeringen voorzien voor 2024. We hebben hier al meermaals achter gevraagd en ook de betrokkenheid van Inter hierover bevraagd.
Het antwoord van schepen Govers was dat men het aan het bekijken was met een leverancier.
Onlangs vroeg ik hier de verschillende prijsoffertes over op en nu blijkt dat die er niet zijn en dat men volgend jaar de intentie heeft om een architect onder de arm te nemen die de ruimere toegankelijkheid bekijkt.
Wat is hier de uitleg voor? Waarom werd er eerder gezegd dat men hier mee bezig was? Wat is de rol van Inter in het hele verhaal?
schepen Kris Govers (Leefbaar) antwoordt dat er in het verleden gesteld werd dat er een deskundige zou komen kijken. Deze deskundige is pas in september langs geweest. Ook Inter is langs geweest, waarvan verslag is uitgebracht. Vroeger bij het afleveren van de vergunning werd de toegankelijkheid al door de Provincie afgetoetst en goed bevonden. Maar we zullen budget voorzien om de problemen aan te pakken;
De voorzitter sluit de zitting op 16/12/2024 om 21:10.
Namens Gemeenteraad,
Dries Couckhuyt
Algemeen directeur
Frank Wilrycx
Burgemeester-Voorzitter