het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
het raadsbesluit van 21 januari 2019 houdende de goedkeuring van de deontologische code voor raadsleden inzake dienstverlening aan de bevolking;
Lokale besturen zijn al sinds 2007 verplicht om een deontologische code vast te leggen. De deontologische code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch correct te handelen als ze hun mandaat uitoefenen.
Alle steden en gemeenten in Vlaanderen zijn vanaf maart 2023 verplicht om een deontologische commissie op te richten. Die ziet toe op de verantwoordelijke invulling van de lokale politieke mandaten.
De deontologische commissie zal toezien op die code.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn richten elk een eigen deontologische commissie in: 1 voor de gemeenteraad en 1 voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
Bevoegdheid
De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:
de gemeenteraadsleden
de voorzitter van de gemeenteraad
de schepenen
de burgemeester
De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:
de OCMW-raadsleden
de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn
de voorzitter en de leden van het vast bureau
de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad kan gelijkaardig of identiek zijn aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn. Toch gaat het om 2 afzonderlijke commissies.
Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van dat onderzoek en van haar advies of uitspraak.
De deontologische commissie kan geen tuchtmaatregelen of blaam opleggen.
De bevoegdheden van de deontologische commissie worden bepaald in de deontologische code. De besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen bijvoorbeeld leiden tot:
een advies of aanbeveling aan de raad over de aanvulling of wijziging van de deontologische code
een advies over een casus aan het lokaal bestuur op vraag van dat lokaal bestuur
vaststellingen over het gedrag van een mandataris en of dat al dan niet overeenstemt met de deontologische code van het orgaan waarvan die deel uit maakt
sensibiliseringsvoorstellen aan het lokaal bestuur over deontologie en integriteit
een uitspraak van afkeuring ten aanzien van bepaalde gedragingen
de overdracht van meldingen aan het parket
een dossier met de bevindingen van de commissie voor de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen en de betrokken burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van het vast bureau, lid van het vast bureau of voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan schorsen of afzetten wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid.
De deontologische commissie kan zelf een einduitspraak doen of dossiers overmaken aan de minister of het parket. Het is ook mogelijk dat de deontologische commissie alleen advies verleent aan de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn en dat die raad de einduitspraak doet en dossiers overmaakt aan minister of parket. Die keuze behoort tot de autonomie van het lokaal bestuur.
Samenstelling
De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn beslissen autonoom en op basis van de bepalingen in hun eigen deontologische code wie in de deontologische commissie zetelt.
De deontologische commissie bestaat minstens uit 1 vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.
In de deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn zetelt er ook 1 vertegenwoordiging per fractie in de gemeenteraad.
Daarnaast is er ruimte voor onafhankelijke experten die als volwaardige leden kunnen zetelen. Het al dan niet opnemen van externe experten en de keuze van de externe experten is een zaak van lokale autonomie. Een expert in de deontologische commissie neemt geen mandaat op en moet dus ook geen eed afleggen. De deontologische code over de werking van de deontologische commissie (wanneer ze samenkomen, hoe ze beslissen of hoe ze vergaderen) is niet van toepassing op hen. Daarom kan het zinvol zijn dat de gemeenteraad en OCMW-raad een intern reglement of huishoudelijk reglement van de deontologische commissie opstelt dat afspraken bevat over gedragingen of geheimhouding.
Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.
Openbaarheid
De deontologische code bepaalt hoe de deontologische commissie samenkomt om te vergaderen en het openbare of gesloten karakter van die vergaderingen. Het antwoord op de schriftelijke vraag 54 van 24 november 2021 aan minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers verduidelijkt dit.
Om de sereniteit van het onderzoek te bewaken, en aangezien het vaak gaat om personen of aangelegenheden die de persoonlijke levenssfeer raken, vergaderen de meeste deontologische commissies in de praktijk achter gesloten deuren. De deontologische code kan bepalen dat de betrokkene die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, om een openbare behandeling kan vragen voor zijn eigen tussenkomst.
Aanwezigheidsquorum
Het decreet over het lokaal bestuur (DLB) bevat geen aanwezigheidsquorum voor vergaderingen van de deontologische commissie.
De uitwerking van een regeling behoort tot de autonomie van het lokaal bestuur. Die maakt de afweging, want een quorum kan leiden tot voldoende aanwezigheid, maar ook tot vertragingen of zelfs de werking hypothekeren als een meerderheid van de commissieleden het nalaat om te verschijnen.
Melding en beoordeling
De gemeenteraad bepaalt de meldingsprocedure van mogelijke schendingen van de deontologische code.
De deontologische code bepaalt de regels voor de ontvankelijkheid van de klacht. De deontologische commissie kan dat beoordelen, maar het lokale bestuur kan ook kiezen voor een ambtelijke ontvankelijkheidstoets door de algemeen directeur, een integriteitsambtenaar of een ambtelijk bureau voor deontologie.
De deontologische code vermeldt bij voorkeur dat enkel klachten tegen individuele mandatarissen ontvankelijk zijn, om klachten tegen een hele gemeenteraadsfractie of de hele gemeenteraad te vermijden want dat zou voor praktische moeilijkheden zorgen en in strijd zijn met de geest van het DLB.
Vervangingsregeling
Lokale besturen doen er goed aan om een vervangingsregeling op te stellen in hun deontologische code voor die gevallen waar er sprake is van mogelijke belangenvermenging in hoofde van 1 van de commissieleden.
Een lid van de deontologische commissie kan vervangen worden door iemand van dezelfde politieke fractie. Een lid dat deel uitmaakt van een éénmansfractie, kan zich laten vervangen door een mandataris van een andere fractie.
Voor de externe leden kan de deontologische code in een alternatieve vervangingsregeling voorzien.
De deontologische commissie wordt samengesteld als volgt
Tine van der Vloet, namens de fractie N-VA met als vervanger Luc Holthof
Jef Schoofs, namens de fractie Groen met als vervanger Jan De Bie
Frank Wilrycx namens de fractie Leefbaar met als vervanger Jan Quirynen
Leen Kerremans, namens de fractie Leefbaar met als vervanger Jan Quirynen
Nele Daems, namens de fractie Leefbaar met als vervanger Jan Quirynen
Koen Staes, namens de fractie Leefbaar met als vervanger Jan Quirynen
Kris Luyckx, namens de fractie Leefbaar met als vervanger Jan Quirynen
aangevuld als secretaris van de commissie met de algemeen directeur met als vervanger de adjunct algemeen directeur