Terug
Gepubliceerd op 20/12/2022

Besluit  Gemeenteraad

ma 19/12/2022 - 20:00

Principiële toestemming tot het gebruik van een drone door Lokale Politie NOORDERKEMPEN op het grondgebied van de gemeente Merksplas.

Aanwezig: Frank Wilrycx, Burgemeester-Voorzitter
Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Schepenen
Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters, Raadsleden
Dries Couckhuyt, Algemeen directeur
Wetgeving
  • Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden;
  • Wet op het Politieambt van 5 augustus 1992 (WPA) en haar uitvoeringsbesluiten reguleren de plaatsing en het gebruik van camera’s door politiediensten: Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera’s door de politiediensten te regelen en tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
  • KB van 10 mei 2006 houdende deontologische code voor de politiediensten;
  • Omzendbrief van 08 april 2022 tot regeling van het gebruik van drones door politie- en hulpdiensten;
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Europese Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen;
  • KB van 8 november 2020 tot uitvoering van de uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen;
  • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Feiten

De Wet op het Politieambt (WPA) regelt alle types van camera’s, die politie kan gebruiken voor haar bestuurlijke en gerechtelijke politieopdrachten, zoals de al dan niet tijdelijke vaste camera’s geplaatst op het openbaar domein, mobiele camera’s zoals camera’s gemonteerd op/in politievoertuigen en drones, en tenslotte al dan niet intelligente camera’s, zoals camera’s die geluiden en bewegingen detecteren en ANPR-camera’s (art. 25/2, §1, 1° - 3° WPA).

 

Lokale Politie NOORDERKEMPEN wenst op haar grondgebied mobiele camera’s verbonden aan drones in te zetten ter ondersteuning van haar werking.

 

Artikel 25/4 WPA bepaalt dat een politiedienst camera’s kan gebruiken, zoals bepaald in de Wet op het Politieambt, op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt, na voorafgaande principiële toestemming van de gemeenteraad.

 

Gelet op de vereiste van voorafgaande principiële toestemming van de gemeenteraad voor de plaatsing en het gebruik van mobiele camera’s in niet-besloten plaatsen, desgevallend beperkt tot de duur van de interventie voor de plaatsen waarvan zij niet de beheerder zijn (art. 25/4, §1, 1 a) WPA) wordt dit besluit opgemaakt.

 

Argumentatie

 

Een drone is een onbemand luchtvaartuig, waarvan de maximale startmassa niet meer dan 150 kg bedraagt, bestuurd door de zogenaamde operatoren vanaf een grondcontrolestation, met aan boord een of meerdere camera’s gemonteerd, ingezet door de politiediensten in het kader van haar operaties en activiteiten in opdracht van Lokale Politie NOORDERKEMPEN.  Ook externe diensten (bv. andere politiezones, brandweer, gemeente, …) zouden (in de toekomst) een aanvraag kunnen indienen voor de inzet van de drone. 

 

Een camera, gemonteerd aan de drone, die beelden registreert, is geen intelligente camera, aangezien deze camera de gegevens op het moment waarop ze verzameld worden, niet filtert, noch beschikt over software m.b.t. nummerplaatherkenning, gezichtsherkenning of bewegingspatronen.

 

De inzet van deze mobiele camera’s is beperkt tot de openbare ruimte en/of de duur van de interventie, waaronder wordt verstaan ‘een politionele hulpverlening of tussenkomst’, uitgevoerd op eigen initiatief n.a.v. een relevante interventie-opdracht (ambtshalve na overleg met OBP) of op voorafgaande vraag van een interne politiedienst (recherche, wijk, operaties, …) of vraag van externe partner (brandweer, gemeente, …).

Voor politie- en hulpdiensten is het toegelaten om te vliegen met drones buiten zichtbereik en bij nacht, ten minste voor zover dat kadert binnen hun opdrachten en er geen andere mogelijkheid is.

 

Lokale Politie NOORDERKEMPEN wil de mobiele camera's en de beelden enkel gebruiken in uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, zoals bepaald in de WPA en mits de beperkingen die de WPA oplegt.  Daarnaast kunnen ze ook op gemotiveerde wijze ingezet worden voor andere doeleinden in het kader van training en beeldvorming (zie hieronder).

 

Artikel 25/3 WPA voorziet dat de dronecamera op zichtbare wijze kan worden ingezet bij de ondersteuning van volgende politionele opdrachten:

  • Bestuurlijke politie (het gebruik wordt beperkt tot de tussenkomsten in publiek toegankelijk (niet) besloten plaatsen en voor zolang noodzakelijk):
    • Crowd control (publieke evenementen, betogingen, onlusten in de gevangenissen, volkstoeloop voetbalwedstrijden of dorpsgebeurtenissen, crisissituaties, …);
    • Verkeer (overzichtsfoto maken van kruispunten opdat ongevallenschetsen zo accuraat mogelijk kunnen worden gemaakt, knelpunten verkeersstromen in kaart brengen, …);
    • Hulpmiddel bij acties (vermiste persoon, sporenonderzoek, reddingsactie, …).

 

  • Gerechtelijke politie (gebruik wordt beperkt tot de duur van de interventie):
    • Verkeer (verkeersongeval in kaart brengen);
    • Opdrachten die gedekt zijn door toestemming van de Procureur des Konings of een mandaat van de onderzoeksrechter.

 

  • Andere:
    • Statistische onderzoeken (opstellen van de veiligheidsplannen – deze beelden zijn steeds geanonimiseerd);
    • Public relations (sfeerbeelden in politionele context – deze beelden zijn steeds geanonimiseerd);
    • Als hulpmiddel bij het afleggen van verantwoording met betrekking tot de aangeboden dienstverlening en/of een antwoord te formuleren in geval van klachten;
    • Trainingsvluchten.

 

Tijdens bovenstaande opdrachten zijn toevallige vaststellingen van misdrijven mogelijk.

 

Op te merken is bijgevolg dat de verschillende politionele opdrachten in elkaar kunnen overlopen. Zo is het niet uit te sluiten dat de drone tijdens de ondersteuning van een bestuurlijke taak een gerechtelijk feit vaststelt. In dat geval kan de dronepiloot/operator beslissen om onmiddellijk over te gaan tot het opnemen van de beelden, om ze later aan te wenden als bewijsvoering (conform art. 25/5 § 1 WPA).

 

Artikel 46/4 – 46/11 WPA voorziet dat de dronecamera op niet zichtbare wijze kan worden ingezet ter ondersteuning van de uitoefening van onderstaande opdrachten:

  • Bestuurlijke politie (het gebruik wordt beperkt tot de tussenkomsten in publiek toegankelijk (niet) besloten plaatsen):
    • Samenscholingen
    • Bestuurlijke informatie inwinnen over geradicaliseerde personen en/of terroristische groepen
    • Handhaving van de openbare orde tijdens gerechtelijke acties;
    • Ter voorbereiding van gerechtelijke acties (beperkt tot de duur van de voorbereiding);
    • Gespecialiseerde opdrachten van bescherming van personen (beperkt tot de duur van de opdracht);
    • Het overbrengen van een aangehouden of opgesloten persoon om diens veiligheid te garanderen tijdens de overbrenging (beperkt tot de duur van de opdracht).

 

Deze beelden kunnen eveneens gegevens omvatten die verwerkt worden in het kader van de internationale politionele samenwerking in strafzaken.

 

Gebruiksmodaliteiten

Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden worden er opnames van beelden gemaakt. Dit gebeurt enkel op bevel van de leidinggevende en vereist een actieve handeling van de piloot/operator (druk op de knop).

 

De camera’s mogen noch beelden opleveren die de intimiteit van een persoon schenden noch gericht zijn op het inwinnen van informatie over de raciale of etnische oorsprong van een persoon, zijn religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, zijn politieke opvattingen, zijn vakbondslidmaatschap, zijn gezondheidstoestand, zijn seksleven of zijn seksuele geaardheid (art. 25/3, §3, WPA).

 

De politieambtenaren zullen de beelden en data enkel gebruiken voor het realiseren van de eerder vernoemde doeleinden.

 

Het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van camera’s gemonteerd aan een drone, kan aangewend worden:

  • Voor de operationele ondersteuning tijdens een interventie met het oog op de bepaling van het interventiebeleid en betere besluitvorming op het terrein, de inzet van manschappen en middelen en het vrijwaren van de veiligheid van personen (zowel politiemedewerkers als anderen);
  • Bij de identificatie van verdachten en/of het bepalen van hun aandeel bij de feiten;
  • Als bewijswaarde voor de vastgestelde feiten;
  • Ter verantwoording van een correct politioneel optreden en om de feiten van een interventie te controleren;
  • Voor didactische en pedagogische doeleinden in het kader van de opleiding van de leden van de politiezone (na anonimisering).

 

Omwille van de privacy van de burger, hanteert Lokale Politie Noorderkempen beperkte toegangsrechten op de verwerking.

 

De informatie en persoonsgegevens die verzameld worden door middel van camera’s kunnen worden geregistreerd en bewaard voor de duur van niet meer dan 12 maanden, te rekenen vanaf de registratie ervan, tenzij in een andere termijn wordt voorzien (art. 25/6 WPA).

 

De toegang tot de beelden wordt toegelaten gedurende een periode van een maand, op voorwaarde dat het operationeel gemotiveerd is en dat het noodzakelijk is voor de uitvoering van een welbepaalde opdracht. Moest er na de dronevlucht geen operationele meerwaarde aanwezig zijn om beelden te bewaren, wordt het opgenomen beeldmateriaal onmiddellijk verwijderd.  Na de eerste bewaarmaand is de toegang tot die persoonsgegevens en informatie enkel voor doeleinden van gerechtelijke politie mogelijk mits een schriftelijke en met redenen omklede beslissing van de Procureur des Konings.

 

Een register met alle gebruiken van camera’s wordt bijgehouden bij de betrokken politiedienst en op een digitale wijze bewaard.

 

Het aanwenden van deze camera’s, bevestigd aan een drone, is enkel toegelaten voor zover voldaan is aan de principes van finaliteit, subsidiariteit en proportionaliteit.

 

  1. 1.       Finaliteit

 

Het gebruik van mobiele camera’s, en meer specifiek van drones, is een bijkomend hulpmiddel waardoor de politie efficiënter en vaak veiliger kan worden ingezet.

 

Daarnaast kunnen ze ingezet worden bij hulpverlening en/of reddingsacties ter opsporing van mogelijke slachtoffers d.m.v. onder meer warmtebeelden (ook bij nacht).

Artikels 25/3 en 46/1–14 WPA voorzien dat de drone op respectievelijk zichtbare en niet zichtbare wijze kan worden ingezet bij de ondersteuning van bovenstaande politionele opdrachten. Het gebruik van de drones kan dus enkel maar een meerwaarde betekenen en bijdragen aan de veiligheid en het veiligheidsgevoel in de zone.

 

  1. 2.       Subsidiariteit

 

Camera’s kunnen enkel een meerwaarde bieden indien ze onderdeel uitmaken van een breder inzetkader.

 

Moderne technologie, zoals drones, zijn een hulpmiddel voor de politiediensten om hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie op een efficiënte en veilige manier uit te voeren. De politie krijgt op deze manier een ander beeld van de situatie, namelijk van bovenaf, over een grotere oppervlakte. Dit beeld kan van cruciaal belang zijn om een correcte operationele inschatting te maken, die vaak onmogelijk door grondploegen kan worden gemaakt.

 

Bijkomend kunnen zij de snelheid van het vergaren van bewijsmateriaal aanzienlijk vereenvoudigen en versnellen zoals een situatieschets bij zware ongevallen of kettingbotsingen, waardoor ook de openbare veiligheid sneller kan hersteld worden (o.a. vrijgave rijbaan, omleiding verkeer, oplossen files, …).

 

  1. 3.       Proportionaliteit

 

Er moet steeds een evenwicht zijn tussen het cameratoezicht en het respect voor de persoonlijke levenssfeer.

 

Het gebruik van drones is enkel een technische ondersteuning van operationele taken die door politieambtenaren kunnen worden uitgevoerd, in het kader van de wettelijke bepalingen van de WPA. Lokale Politie NOORDERKEMPEN verzekert dat ze bij het inzetten van de dronecamera alle nodige maatregelen zal nemen om de privacy van de burger te garanderen.

 

Voorafgaand aan de inzet van een drone zal er steeds een risicoanalyse gebeuren waarbij ook de proportionaliteit, de operationele noodzaak in relatie tot locatie en mogelijke impact op de privacy zal worden afgetoetst.

 

Bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Uit de GEB (Gegevensbescherming Effect Beoordeling) blijkt immers dat niet uit te sluiten valt dat er over privéterrein wordt gevlogen tijdens het aanvliegen naar de plaats waar de ondersteuning wordt gevraagd, waardoor er een inbreuk (inmenging) kan zijn van:

  • Artikel 15 Grondwet: De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaats hebben dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft;
  • Artikel 22 Grondwet: Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de bescherming van dat recht;
  • Artikel 8 EVRM:
  1. Eenieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie;
  2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid/de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

 

Hoewel een eventuele inbreuk op bovenstaande grondrechten wordt gerechtvaardigd doordat een drone enkel wordt ingezet conform WPA, zal de dronepiloot/operator dergelijke grondwettelijke rechten zoveel mogelijk eerbiedigen door:

  • De drone zo kort mogelijk te laten opstijgen bij de plaats waar ondersteuning wordt gevraagd. Daarnaast bedraagt de autonomie van de drone tussen 30 en 35 minuten. De actieradius van de drone wordt gebruikt tot 3 km afstand van de piloten;
  • Op een hoogte van 60 tot 100m te vliegen tot de plaats van ondersteuning wordt bereikt. Op deze hoogte is het niet mogelijk om personen, voertuigen, … te identificeren. Tevens is de camera gericht op de horizon totdat de plaats van ondersteuning is bereikt. Vanaf dat moment zal men de camera positioneren om de interventie in beeld te krijgen. De kans dat men persoonsgegevens identificeert die niet betrokken zijn bij de interventie wordt zo tot een minimum beperkt;
  • De beelden in real time enkel zichtbaar te hebben voor de daarvoor bevoegde personen, zijnde de piloot/operator. In beperkte gevallen zal er een livestream zijn naar de commandopost waar politie- of veiligheidsmedewerkers die betrokken zijn bij de opdracht, de beelden kunnen bekijken. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden, bij operationele noodzaak, worden er opnames van de beelden gemaakt. Dit gebeurt enkel op bevel van de leidinggevende en vereist een actieve handeling van de piloot/operator (druk op de knop);
  • De inzet van de mobiele camera’s te beperken tot de duur van de interventie en/of de openbare ruimte;
  • Met een warmtecamera is het niet mogelijk om een persoon, aanwezig in een gebouw, te individualiseren noch om een persoon buiten een gebouw te identificeren.  Deze camera wordt dan ook vooral ’s nachts of bij valavond ingezet bij de ondersteuning of voorbereiding van een actie;
  • In het kader van een gerechtelijke opdracht zal er voorafgaandelijk een gerechtelijk mandaat worden afgeleverd, waarin de inzet van de drone wordt gevorderd.  Hierin zal duidelijk worden bepaald waar de drone zal vliegen en mag worden ingezoomd.

 

Daarnaast blijkt uit de GEB dat er een risico is dat onbevoegde personeelsleden of derden zich toegang verschaffen tot de beelden, zowel in real time (d.m.v. shoulder surfing bij piloot/operator) als van de opnames (hacking, foutief gebruik). Om deze risico’s zo klein mogelijk te maken neemt Lokale Politie NOORDERKEMPEN organisatorische, logistieke en systeembeveiligingsmaatregelen.

 

Er werd een impact- en risicoanalyse (DPIA) op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer opgesteld voor het specifiek gebruik van de drone en gemaakte beelden.

Publieke stemming
Aanwezig: Frank Wilrycx, Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters, Dries Couckhuyt
Voorstanders: Frank Wilrycx, Kris Govers, Monique Quirynen, Raf Verheyen, Leen Kerremans, Annie Verheyen, Jef Van Accom, Jef Schoofs, Kris Luyckx, Tine Van der Vloet, Evelien Willems, Josée Van Aert, Boris Kersemans, Koen Staes, Nele Daems, Jan Quirijnen, Jan De Bie, Luc Holthof, Ann Wouters
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1.- Aan Lokale Politie NOORDERKEMPEN wordt een principiële toestemming gegeven voor het gebruik van mobiele camera’s, in dit geval camera’s gemonteerd aan een drone, op zichtbare wijze, op het grondgebied van de gemeente Merksplas.

 

Artikel 2.- Een afschrift van deze principiële toestemming wordt overgemaakt aan de korpschef van Lokale Politie NOORDERKEMPEN.  De beslissing tot toestemming wordt ter kennis gebracht van de Procureur des Konings.